Hl
102
1ü2
halleen, voor de eerste maal als Uw Voorzitter in Uw raids en net
woorrd tot raag richten, gevoel ik mij gedrongen om, alvorens
U mijnheer de Loco-Burgemeester op Uw voortreffelijke rede te
antwoorden, mijn eerbiedigen dank te betuigen aan H.M. de'Konin0ir
aan V/ie het behaagd heeft mij tot Burgemeester dezer mooie en
groote gemeente te benoemen» Loor de jaren heen verbinden zeer
bijzondere banden onze gemeente met het Kuis van Oranje. Te meer
wordt het door mij als een voorrecht besonouwd op deze plaats
tot het Burgemeestersambt te zijn geroepen,
Mijn dank gaat eveneens uit tot 2.h, den Minister van Bin»
nenlandsche Zaken, die het KLB» met zijn verantwoordelijkheid
heeft willen dekken, en tot den Keer waarnemend Commissaris der
Koningin, die mijn benoeming in deze gemeente heeft willen be
vorderen»
Dames en Heeren, zoo staan wij thans aan het begin van een
periode, waarin wij veel op elkaar zullen zijn aangewezen, waarin
wij eikaar zullen moeten aanvullen en waarin wij elkaar zullen
moeten verstaan. Plotseling ben ik, die voorheen geheel buiten
Uw leven, Uw belangen en Uw belangstelling stond, in Uw midden
geplaatst om met U en onder U te werken. Ongetwijfeld zullen wij
aan elkaar moeten wennen. Maar dan hoop en verwacht ik ook, dat
wij eikaars vertrouwen zullen weten te winnen, ^it is een abso
lute noodzaak, want zonder vertrouwen tusschen een Burgemeester
en de Burgerij en haar Vertegenwoordiging is geen vruchtbaar be
stuur mogelijk.
Het is mij bekend, dat mijn ambtsvoorganger, Kr.des Tombe,
de huidige Burgemeester van Apeldoorn, zich in groote mate dit
vertrouwen heeft weten te verwerven» Gedurende de reeks van ja
ren, dat hij de plaats innam waarop ik thans ge stele ben, h-eft
hij zien in uiterst moeilijke omstandigheden doen kennen, niet
alleen als een magistraat van formaat, maar in niet mindere ma
te als een steun en hulp van in moeilijkheden verhoerende perso
nen en gezinnen. Ik weet dat hij in Uw harten een groote en war
me plaats inneemt. Het is mijn oprechte wensoh dat do vriendschap
tusschen U eh Uwen cud-3u.rgemeest er moöe voortduren. Dit is de
tweede maal dat ik Mr.des Tombe's ambtsopvolger ben. Ik weet uit
ervaring, dat dit een voorrecht is, maar eveneens dat het ver
plichtingen oplegt.
Uit eigen oncervindinö kan ik de mooil.jkheoen en bezwaren
aan het waarnemend-burgemeestersambt verbonden. Men wordt be
noemd en weet van tevoren eat het slechts voor korten tijd is,
doch voor hoe lang is onbekend» Bij alle werkzaamheden en initia
tief hangt een plotseling ontslag als een zwaard van Banocles
boven het hoofd. Log minder dan anders weet men, of, wat van
daag begonnen is, men morden zal kunnen voltooien. Bovendien
moet naast de werkzaamheden verbonden aan de waarneming van
het burgemeestersambt, ook nog de eigen arbeid verricht worden.
Tezamen factoren, welke hun nadeeligen "invloed kunnen doen gel
den. Indien dan da Heer Bedel in korten tijd Uw vertrouwen en
achting verworven heeft - en het is my bekend dat dit zoo is -
dan komt hem naast U hiervoor alle hulde toe, Ik waardeer het
een zoo goed beheerde boedel van imn to mogen overnemen.
Dames en Keeren, wilt mij toestaan thans een enkel woord
in het bijzonder tot de Wethouders te richten.
Mijne Heeren, reeds had ik „en enkoio maal gelegenheid om
met U van gedachten te wisselen. Terstond na het bekend worden
van