27 December 194v -- 16.
De wethouder van den AREND wijst op de beschikking van
den Minister van Binnenlandsche Zaken, dat noodlijdende ge
meenten alle belastingen moeten uitbuiten, opdat zij haar
uitgaven zooveel mogelijk uit eigen middelen kunnen dekken,
hen besluit om oe belasting op de entrees voor sportwed
strijden op 15c/o te han©'nn U door Gedeputeerde Staten
zeker niet worden goedgekeurd.
De heer BURGWAL kan zich niet voorstellen, dat Gedepu
teerde Staten hiertegen bezwaar zouden maken, omdat de sport
een algemeen volksbelang is- Zouden Gedeputeerde Staten het
evenwel, niet goedkeuren, can kan de zaak opnieuw onder net
oog worden gezien. De Raad is toch niet zonder meer gebon
den aan alles wat hem wordt voorgelegd?
De wethouder van den AREND zegt, dat men alleen recht
van spreken zou hebben, wanneer de gemeente Soest niet nood
lijdend zou zijn. Nu echter heeft het voorstel wan den heer
Burgwal practisch geen zin.
De VOORZITTER wijst er op, dat de gemeente door aan de
ze voorwaarde van den minister niet te voldoen de rijksbij
drage, waarop zij als noodlijdende gemeente recht heeft, zou
verspelen.
Mevrouw POLET-Musler vraagt, of het niet mogelijk is,
sportwedstrijden, die toch als lichaamscultuur kunnen wor
den aangemerkt, te laten vallen onder "cultureele bijeen
komsten", voor welke ontheffing der belasting kan worden
verleend
De VOORZITTER merkt op, dat dit wel een zeer ruime in
terpretatie van den term "cultureele bijeenkomsten" zou zijn.
Bovendien zijn sportwedstrijden tot dusverre onderwerpen
aan een vermakelijkheidsbelasting van 15fo, terwijl zij bij door
voering van het denkbeeld van mevrouw Polet geheel zouden
worden vrijgesteld. Dit nu zou zeker in strijd zijn met de
voorschriften van hoogerhand en gedeeltelijke vrijstelling
is niet mogelijk. Het denkbeeld van mevrouw Polet is zeer
ingenieus gevonden, maar practisch niet doorvoerbaar.
De wethouder van ZADELHOF!' draagt de sport een warm
hart toe, maar hij kan zich niet voorstellen, dat zij door
een verhooging der vermakelijkheidsbelasting met 5aj° in haar
ontwikkeling zou worden belemmerd. Op een entree van 35
cent bedraagt de verhooging slechts 1-f cent en dat kan
toch geen rol spelen.
De heer BURGWAL zegt, dat in de practijk de verhooging
wel 5 cent zal bedragen en wanneer de sportvereenigingen
den entreeprijs niet verhoogen, zullen zij een belangrijk hoo-
ger bedrag aan belasting moeten opbrengen.
Het voorstel van den heer Burgwal om de verhooging
van de vermakelijkheidsbelasting niet toe te passen op en
treeprijzen tot een maximum van 50 cent, welk voorstel on
dersteund wordt door mevrouw Bungener-Odinotwordt verworpen
met 15 tegen 2 stemmen.
Voor hebben gestemd de leden Burgwal en Bungener-Odi
not, A
De heer OOMS dringt aan op zoodanige controle op de
vermakelijkheidsbelasting, dat ontduiking onmogelijk wordt.
Het is allerminst sportief, wanneer de eene verceniging
ze wel betaalt en andere vereenigingen ze weten te ontdui
ken.
De wethouder van den AREND deelt in dit verband mede,