132 132 27 December 194^ 21t gesubsidieerdmaar het werk der wijkverpleging. De heer DULLAaRT acht het bestuur niet competent om met de geldmiddelen van de gemeente om te gaan. De wethouder van ZADHDHOFP vestigt er de aandacht op, dats gelijk in het besluit is vastgelegd, het subsidie zal worden verleend onder de voorwaarde, dat de Wijkverpleging' voor haar personeel een pensioenregeling vaststelt. De heer DULLAART gaat nu met het voorstel accoord. Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd 14. Voorstel tot het verstrekken van een geldleening aan de Vereeniging ter bevordering van het Nijverheidsonderwijs. 15. Voorstel tot wijziging der begrooting 1946Q De voorstellen sub 14 en 15 worden zonder discussie of hoofdelijke stemming goedgekeurd. 16. Voorstel inzake de toekenning van een tijdelijke toelage op salarissen en oenen van het personeel der gemeente, inge volge circulaire van den minister van Binnenlandsche Zaken dd„ 10 December 1946, De heer BURGWAL herinnert aan het raadsbesluit van 14 Augustus tot vaste aanstelling van een aantal losse arbei ders, Daar dit besluit nog niet is goedgekeurd door Gedepu teerde Staten, zal de thans voorgestelde salarisverhooging aan hen nog niet worden uitbetaald, doch later met terugwer kende kracht worden uitgekeerd, Is het niet mogelijk, vraagt spreker, aan deze arbeiders vast een voorschot daarop te geven? De wethouder van ZADELHOFF deelt mede, dat het besluit wel is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten, maar nog niet door Den Haag, De losse arbei.ders zijn aangesteld op en wor den betaald volgens arbeidscontract. In verband met den pen sioenaftrek zou het zeer ingewikkeld worden op de beslissing van Den Haag vooruit te loopen en aan deze arbeiders een voorschot te geven. Zij zijn nog niet benoemd. De heer SCHAAFSMA zegt, dat Den Haag een circulaire heeft gestuurd, waarin in overweging wordt gegeven de sala rissen en loonen van het gemeentepersoneel met 10fo te ver- hoogen. Het gemeentebestuur kan niet anders doen dan ja en amen zeggen. Maar zijn met deze verhooging de betrokkenen voldoende gediend en is er hun meening over gevraagd? Dit laatste is in het geheel niet gebeurd en sommige ambtenaren zullen hierdoor niet eens een verbetering krijgen. Hier wordt een dictatuur uitgeoefend, waarin naar sprekers oordeel niet mag worden berust. De gemeenteraad behoeft er zijn meening ook niet over te zeggen, want van hoogerhand is de zaak reeds uitgemaakt. De Raad mag den toestand van het gemeen tepersoneel niet beoordeelen. Hij mag de voorgeschreven ver hooging toepassen of verwerpen; zou hij het laatste doen, dan heeft het personeel er de schade van. Spreker acht dit een onhoudbaren toestand, De mensohen behooren toch mede zeggenschap te hebben over hun eigen arbeidsvoorwaarden en de gemeenteraad behoort toch het recht te hebben over den toestand van hst gemeentepersoneel te oordeelen. Dit alles ontbreekt hier en spreker acht het den plicht van den Raad over dezen gang van zaken zijn meening te zeggen. Men keert terug tot een systeem van honderd jaar geleden, dat heden ten dage niet meer aanvaard mag worden. Vat is, vraagt spre ker, de meeniwg van B.en W, over deze verhoudingen?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1945 | | pagina 280