134
27 December 194^ 25»
18. RONDVRAAG,
De Deer Olemens vraagt inlicntingen betreffende de ver
betering van net trottoir aan oen rijksweg te Soesterberg.
De wethouder van ZaDELHOFF verwijst naar de mededeeling
van den rijkswaterstaat, vermeid onder nr, 1 van de lijst van in
gekomen stukken en mededeelingen.
De heer CLEMENS herhaalt zijn reeds in de vergadering van
6 November uitgeoefenden aandrang om het smalle gedeelte van de
Generaal Winkelmanstraat uit te sluiten voor het verkeer met
motoren.
De wethouder van ZADELHOFF deelt mede, dat reeds is afge
kondigd, dat deze straat gesloten zal worden voor alle motor-
verkeer in de richting naar den grooten weg.
De heer CLEMENS stelt voor het motorverkeer in deze straat
in beide richtingen te verbieden.
De wethouder van ZADELHOFF verklaart zich bereid, dit denk
beeld in overweging te nemen»
De heer SCHAaFSMA wijst op het bezwaar, dat de autobussen
tusschen Soesterberg en Soest slechts tot vijf uur n.m. rijaen.
De bewoners van Soesterberg zijn hierdoor meer aangewezen op
Zeist en Amersfoort, Door verbetering van de verbinding met
Soest zou wellicht de belangenstroom van Soesterberg in de rich
ting van Soest geleid kunnen worden»
Voorts dringt spreker aan op een spoediger herstel van de
fecte straatlantaarns.
De heer CLEMENS dringt aan op verbetering van de verlich
ting der zijwegen, als Generaal Winkelmanstraat en Kampweg,
De wethouder van ZaDELHOFF roept voor de openbare verlich
ting de medewerking in van het publiek» Vroeger belden de burgers,
wanneer een lantaarn voor hun huis niet brandde, de politie op.
Deze vulde een daartoe bestemd formulier in en bracht de inge
vulde formulieren dagelijks gaar gemeentewerken. Voor Soester
berg zou eenzelfde regeling getroffen kunnen worden. Het is
noodig, dat van het niet functionneeren van een straatlantaarn
onmiddellijk mededeeling wordt gedaan en dat men daarmede niet
wacht tot de eerstvolgende raadsvergadering.
Over de verbinding tusschen Soest en Soesterberg zullen
B.en W. nog eens overleg plegen met den heer lensen, die uit
breiding van den dienst heeft toegezegd, zoodra hij daartoe een
mogelijkheid ziet» Maar ook hij heeft te kampen met gebrek aan
materiaal.
Zelf van de rondvraag gebruik makende, deelt spreker mede,
dat in het College van en 17„ de vraag is besproken, of de
rondvraag gehandhaafd moet worden zooals zij den laatsten tijd
geweest is. Daarbij is gebleken, dat het reglement van orde wel
het recht kent voor de raadsleden om schriftelijk vragen te stel
len en interpellaties te houden, maar in het geheel geen rond
vraag. In het College van B.en W. is besloten, dat de wethou
ders het vraagstuk van de rondvraag in hun fracties zouden be
spreken, Spreker heeft dit gedaan en kan thans mededeelen, dat
de roomsch-katholieke fractie niet voelt voor afschaffing van
de rondvraag, maar deze wil beperken tot belangrijke onderwerpen.
De raadsvergaderingen moeten niet worden misbruikt voor allerlei
pietluttigheden. Tal van opmerkingen, welke thans bewaard wor
den tot de raad ave rgadei j ng, -urmen veel beter onmiddellijk aan
het desbetreffende lid van het College worden medegedeeld.
De heer SCHAAFSMA komt op tegen het door den heer van Za-
delhoff gebruikte woord "pietluttigheden", want de raadsleden