De Heer BURGWAL zou het toejuichen, indien het loon van den arbeider Looijengoed, waarover in de stukken is gesproken, zou worden verhoogd. 2 April 1947 44. De Bedrijfsbegrootingen. Wegenfond s De Beer NOODER dringt er op aan, dat de voor het wegen fonds beschikbaar gestelde bedragen ook zullen worden besteed. Hij wijst in dit verband op den slechten toestand van den School- weg en vooral van den Verlengde Schoolweg. De VOORZITTER zegt, dat met de opmerking van den heer Nooder rekening zal worden gehouden. De begrooting voor het wegenfonds wordt daarop zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Gasbedrijf De wethouder van den AREND deelt mede, dat Looijengoed een gepensionneerd militair en eigenlijk geen volwaardige arbeids-r kracht is. Door zijn i.ichamelijken toestand is hij niet in staat dezelfde werkzaamheden te verrichten als de andere arbeiders aan de gasfabriek. Hij verricht ondergeschikte werkzaamheden zooals het schoonhouden van gebouwen en ontvangt 70 cent per uur tegen de andere arbeiders 76 cent. Op grond van ontvangen inlichtingen acht het College van B.en W. het niet gerecht vaardigd Looijengoed hetzelfde loon te geven als den anderen arbeiders, doch zal zijn loon op 70 cent gehandhaafd moeten worden. De heer BURGWAL is van oordeel, dat Looijengoed niet &ee- lemaal onvolwaardig is. In de centrale keuken heeft hij goed werk verricht. Ben loon van 70 cent lijkt nergens op en hij stelt voor ook voor Looijengoed het loon op 76 cent te bepa len. De wethouder van den AREND zegt, dat Looijengoed een pen sioen heeft van ƒ.12,= per week. Y/anneer zijn loon op 76 cent wordt gebracht, komt hij ver boven zijn collega's te staan. Hoewel het niet gebruikelijk is pensioen in mindering te bren gen van het loon, zoo zou spreker aan Looijengoed toch niet het loon der andere arbeiders willen geven, omdat hij werkzaam heden van minderen aard verricht. Het is waar. dat Looijengoed in de centrale keuken goed werk heeft verricht, maar wat zijn lichamelijke constellatie betreft, kan hij niét mee met de andere arbeiders. De heer BURGWAL acht het niet juist te spreken van "ar beid van minderen aard want ook de door Looijengoed verrichte arbeid zal noodzakelijke arbeid zijn en dan is het maar de vraag, of hij den hem opgedragen arbeid goed verricht- De wethouder van ZADELHOFF zegt, dat het loon van Looijen goed in overeenstemming is met het collectief arbeidscontract. De heer BURGWAL vraagt onder welke groep Looijengoed valt en deelt mede, dat hij de zaak in de commissie ter sprake zal brengen. De wethouder van ZADEL HO FF meent, dat Looijengoed onder de loodgieters valt. Het loon bedraagt voor ongeschoolden 70, voor geoefenden 76 en voor geschoolden 80-84 cent per uur. De begrooting voor het gasbedrijf wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Maatschappeliik Hulpbetoon,^ De heer BURGWAL juicht het toe, dat blijkens het Antwoord van B.en W. een regeling zal worden getroffen om personen, niet in zorg bij maatschappelijk hulpbetoon, toch tegen de kosten

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1947 | | pagina 120