28 Mei 1947 68.
tegenwerking, toestemming hebben verleend.
Bij de oprichting is een stichtingsbestuur in het leven ge
roepen, dat 6e taak van de gemeente heeft overgenomen en uitslui
tend met de exploitatie is belast, hst gevolg daarvan is geweest,
dat in al de jaren, waarin het natuurbad geëxploiteerd is gewor
den, weinig haken en ogen zijn voorgekomen. In den beginne ging
het wat stroef, maar alle leden van het stichtingsbestuur heb
ben er op lofwaardige wijze toe medegewerkt de zaak tot een goed
einde te brengen.
Sprekers enige bezwaar tegen dit voorstel is, dat de tijden
van openstelling voor gemengd en voor gesepareerd badeh door het
stichtingsbestuur aan het gemeentebestuur voorgesteld hadden be
horen te worden.
Met grote waardering heeft spreker geluisterd naar hetgeen
door de heer Schaafsma is gezegd. Leze heeft voorgesteld, en dat
is zijn goede recht, om het bad op Zondag te sluiten. Er is ech
ter een groot contingent mensen, dat daar anders over denkt. Le
ze mensen willen zes dagen werken, maar met de zevende dag doen
wat zij willen. Spreker vraagt, of de fractie van de heer Schaafs-
ma.haar stem voor het voorstel van B.en W. afhankelijk maakt van
het aannemen van haar voorstel inzake Zondagsluiting.
Le heer SCHAAFSMA zegt, dat naar het oordeel van zijn fractie
de Zondagsrust behoort te domineren. Indien haar voorstel om op
Zondag te sluiten verworpen wordt, is de fractie van oordeel, dat
zij tegen de gehele voordracht moet stemmen.
Le heer BURGWAL kan het voorstel van B.en slechts van
harte toejuichen en hij hoopt, dat het spoedig zal worden uitge
voerd. Kij verklaart zich tegen het voorstel van de heer Schaafa-
ma, omdat voor veel te veel mensen de Zondag de enige dag is,
waarop zij van het natuurbad gebruik kunnen maken.
Le heer u..P.HI1KOAST had de hoop, dat het voorstel van B.en
W. er anders zou uitzien dan op het ogenblik het geval is. Toen
deze zaak een vorige maal aan de orde was, heeft spreker de in
druk gekregen, dat er naar het oordeel van de Raad noodzakelijker
dingen aan de orde waren te stellen dan een natuurbad. Spreker
noemt slechts de verbouwing van het gemeentehuis, waarvan de toe
stand eerder verslechterd dan verbeterd is. Ook op het gebied
van de volksgezondheid verdienen andere zaken de voorkeur boven
het natuurbad, bij voorbeeld de aanleg van rijwielpaden langs de
wegen, want de gevaren op de weg zijn ook niet bevorderlijk voor
de volksgezondheid. Voor arbeiderswoningen wordt een badgelegen
heid belangrijker geacht dan een kelder en wanneer ieder huis
langzamerhand een badgelegenheid heeft gekregen, zal er aan een
zwembad mincier behoefte bestaan. Wanneer het bad in exploitatie
wordt gebracht, kan men er op rekenen, dat er een bedrag van
100.000,= mee gemoeid zal zijn en gezien de financiële omstandig
heden, waarin de gemeente en een groot deel van de inwoners van
ons land verkeren, acht spreker het niet verantwoord een ton uit
te geven voor sportdoeleincen, terwijl zoveel andere zaken veel
noodzakelijker zijn.
Le wethouder de HAAN merkt op, dat de heer Schaafsma het
stakpaardje van het particuliere initiatief heeft bereden en van
oordeel is, dat de overheid eerst in de tweede plaats in aanmer
king kan komen voor het exploiteren van een zwemgelegenheid
Spreker meent, dat de heer Schaafsma daarmede tegen windmolens
aan het vechten is, want gelijk B.en W. in de stukken hebben mede
gedeeld, hebben zij gepoogd het natuurbad bij het particulier ini
tiatief oneer te brengen, in casu het te verkopen. Maar het schijnt