6 October 1947 97.
Spreker dankt de Voorzitter voor de hem geboden ge
legenheid zijn vragen toe te lichten.
De wethouder van den AREND is het met de heer Nooder
eens, dat-de kwestie van de woningbouw inderdaad zeer
urgent is, Het is een groot voordeel, dat de heer Noo
der zijn vragen schriftelijk heeft ingediend, waardoor
B.en W. de gelegenheid hebben gehad de zaak onder de
loupe te nemen en niet onvoorbereid hun antwoord be
hoeven te geven.
Spreker acht het van belang even de geschiedenis van
de woningbouw de revue te laten passeren.
De woningen van St.Joseph, Ons Belang en Patrimonium
zijn gebouwd in 1919 - 1920, derhalve in de dure tijd
na de eerste wereldoorlog. De bouw heeft plaats gehad
met voorschotten^van de overheid, welke voorschotten
bij wijze van annuïteit worden afgelost en wel voor de
bouw in 50 jaar en voor de grond in 75 jaar. Het is
duidelijk dat in verband met de hoge bouwkosten voor
deze woningcomplexen geen sluitende exploitatiereke
ning kon worden verkregen, om welke redenen door de
overheid bijdragen in de exploitatiekosten zijn toege
kend. Als regel komen deze bijdragen voor f ten laste -
van het rijk en voor -|-ten laste der gemeente (volgnr.
425 van de begroting). Een uitzondering hierop vormt
de bijzondere bijdrage voor dekking van huurverlaging
(in 1955 ingevoerd) welke geheel voor rekening van
het rijk komt (volgnr.64). Daar heeft de heer Nooder
ook op gewezen.
Uit de gemeentebegroting blijkt, dat de totale bijdra
gen van het rijk en de gemeente in de exploitatie van de
gemelde 5 complexen bedragen ƒ.48.560,= (volgnr,425)
waarvan-ten laste van het rijk komt rond ƒ.39.000,=
(volgnr.64 der ontvangsten) en ten laste der gemeente
9.560, De bijdrage van ƒ.48.560,= is als volgt
over do'3 woningbouwverenigingen te spocificeroni
St.Joseph 24.800,=
Patrimonium 10.140,=
Ons Belang 'r 13.620,
De vorengenoemde exploitatiebijdragen worden betaald
tot een MAXIMUMBEDRAG, hetwelk destijds bij de totstand
koming der woningen is vastgesteld. Na toekenning van
de maximum overheidsbijdragen laten de complexen van
de drie genoemde verenigingen echter nog een tekort.
Daar de verenigingen zelf geen kapitaal hebben en de
gemeente de annuïteiten voor de door haar aangegane
verplichtingen moet betalen, ook al zou de woningbouw
vereniging niet in staat zijn haar verplichtingen aan
de gemeente na te komen, heeft het gemeentebestuur
zich steeds op het standpunt gesteld, dat ten aanzien
van de overblijvende ongedekte tekorten maatregelen
moesten worden getroffen om te voorkomen, dat de ge-
mconte te eniger tijd uit dozen hoofde voor een grote
financiële strop zou komen te staan. Daarom is ieder
jaar het ongedekte tekort voor iedere vereniging bore-
kend en is ton laste van de GEWONE dienst der gemeen
tebegroting oen reserve gevormd om de nadelige tekorten
der/bouwverenigingen te kunnen opvangen, ^woning
Dat deze wijze van financiering juist is geweest, mo-