6 October 1947 101. Mevrouw POLET-Musler wijst er op, dat verschillende leden van de Raad niet stammen uit de tijd toen de woningen gezet zijn en vraagt, of het niet mogelijk is een bouw-technisch rapport te laten opstellen, waarin verklaard wordt, hoe het komt, dat de ver schillende woningbouwverenigingen reeds voor de oorlog in deze toestand verkeerden. De VOORZITTER merkt op, dat ieder jaar in het on- derhoudsfonds een bepaald bedrag is gestort en dat dit ook nu nog gebeurt, zodat de meest noodzakelijke reparaties verricht kunnen worden en het bestuur van een woningbouwvereniging ten volle verantwoor delijk is voor hot besteden van die gelden, In de oorlogsjaren was onderhoud voor een zeer groot deel niet mogelijk, zodat er in het onderhoudsfonds meer geld aanwezig kan zijn dan normaal zou wezen. Dat dit niet het geval is, zal zijn bijzondere redenen hebben, die voor i-iere vereniging afzonderlijk na gegaan zouden kunnen worden. Do verschillende wo ningbouwverenigingen hebben opgave gedaan van de te maken onkosten. Deze moeten verdeeld worden in de categorieën herstel en onderhoud enerzijds en verbe teringen anderzijds, Want iedere vereniging heeft van het nader onderzoek der woningen gebruik ge maakt om meteen enige verbeteringen naar voren te brengen. Het spreekt vanzelf, dat het aanbrengen van verbeteringen niet uit het onderhoudsfonds kan worden bekostigd, maar dat daarvoor een extra-cre- diet moet worden verschaft. Alle woningbouwverenigingen dringen er op aan - want de noodkreet van de heer Nooder is een nood kreet van ongeveer alle woningbouwverenigingen -, dat de jaarlijkse bijdrage aan het onderhoudsfonds door de regering verhoogd zal worden, omdat het een ieder duidelijk is, dat de bijdrage die voor 1939 goed was, voor 1947 totaal onvoldoende is. Dit is de oorzaak, waardoor de woningbouwverenigingen met de bedragen dor onderhoudsfondsen niet kunnen uit komen. Indien do bijdragen aan het onderhoudsfonds verhoogd worden, zal het exploitatietekort stijgen, zodat het probleem daardoor niet is opgelost, maar anders komt te liggen» Mevrouw LMDVEER--de Visser betreurt de beschuldi ging van de heer Hilhorst aan de vroegere gemeente-' besturen, dat zij niet onpartijdig zouden zijn geweest. Het spijt-haar, dat de heer Hilhorst gezegd heeft, dat de R.Kkbouwvereniging in dis-erdiet is gekomen doordat zij R»K. voor haar naam heeft, want zij ge looft, dat daar niets van waar is. In de tijd gedurende welke spreekster lid is van de Raad, is men niet zo partijdig geweest om rooms^katholieke verenigingen minder te bevoordelen dan andere. De heer R.HILHORST deelt naar aanleiding van be woorden van mevrouw Landweer mede, dat hij van het geen hij gezegd heeft absoluut niets terugtrekt. De heer BURGWAL zegt, dat zich met Goed Wonen het zelfde heeft voorgedaan als met St.Josoph. Openbare Werken heeft gezegd, dat de putten heel spoedig zou-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1947 | | pagina 224