28 November 1947 121.
liever. Hier zou misschien de gemeente Soest kunnen op
treden en kunnen bereiken,, dat de regering er werk van
maakt-
De heer OOMS zegt, dat in de commissie vooral als
een bezwaar is gevoeld, dat ce overeenkomst nog vijf jaar
loopt, zodat de Gemeente het recht heeft zich aan de ou
de overeenkomst te houden. Alleen omdat de gemeente de
dupe zou kunnen worden, heeft de commissie de regeling
aanvaarda
De wethouder de HAAN acht het van belang, dat de
zaak via de partijen doordringt tot het provinciaal be-
stuu.ro In de Statenzitting zouden er opmerkingen over
kunnen worden gemaakt.
De heer OOMS stelt voor, dat de Raad een rekwest
indient bij Gedeputeerde Staten, waarin wordt uiteengezet,
dat de Raad do overeenkomst heeft aanvaard met het oog
op do moeilijkheden, die zouden ontstaan, warneer de ge
meente met de P.U.E.M. ongenoegen zou krijgen. Maar de ge
meente wordt volkomen geringeloord door de P.U.E.M.
De VOORZITTER is van oordeel, dat een dergelijk be
sluit door de Raad pas zou kunnen worden genomen, wanneer
de gemeente over voldoende cijfers beschikt. De P.U.E.M.
heeft aan de gemeente medegedeeld, dat zij niet uit komt.
Wanneer de gemeente zich beroept op het tekort geleden
gesloten contract, dan is de P.U.E.M. volkomen bereid
zich daaraan te houden, maar zij heeft verklaard in dat
geval extra hoge prijzen te moeten bedingen voor alles
wat buiten het contract valt om aldus tot een voor
haar acceptabel gemiddelde te komen. Het standpunt van
do PoU.EoM», dat zij niet met verlies kan werken, is vol
komen logisch en alvorens het standpunt van de P.U.E.M.
te kunnen aanvallen zou men moeten beschikken over cij
fers, waaruit blijkt, dat de P.U.E.M. iets doet, waartoe
zij economisch nog niet verplicht is. Ook de prijzen van
de P.U.E.M. worden-vastgesteld door de directeur-gene
raal van de prijzen. Ieder voelt wel de bezwaren van deze
gang van zaken, maar spreker zou het toch niet verstandig
achten in het te nemen raadsbesluit een protest van de
Raad tot uitdrukking te brengen.
De heer OOMS acht economische noodzakelijkheid voor
een lichaam als de P.U.E.M,- geen voldoende motief, want
de contracten lopen nog en contract is contract. Wanneer
een particulier in zeer moeilijke omstandigheden verkeert,
is het verklaarbaar wanneer hij van een bezwarend con
tract poogt af te komen, maar een lichaam als de P.U.E.M.,
dat oen dergelijk kapitaal heeft en kapitalen heeft ver
diend, moest het zijn eer te na zijn om van het contract
af te komen..
De VOORZITTER wijst er op, dat wannesr de gemeente
het oude contract wil handhaven, de P.UrE.Mo daar niets
van zal zeggen, maar zij zal dan alles wat buiten het con
tract om wordt uitgevoerd extra hoog berekenen, zodat de
gemeente het toch betaalt. De directie van de P.U.E.M.
voert het argument aan, dat zij zien indertijd ook niet aan
het contract heeft vastgehouden, maar toen het mogelijk
was, een tariefsverlaging heeft voorgesteld aan de ge
meenten. De P.U.E.M. stelt zich op het standpunt, dat de
contracten met alle gemeenten gelijkluidend moeten zijn,
zodat met de ene gemeente de stroom goedkoper krijgt