-30 December 1947 140. slaagdZij hadden zich voorgenomen in overleg met de ontwer per van het uitbreidingsplan in de verschillende wijken cen traal gelegen terreinen aan te wijzen, die in de toekomst de bestemming van sportveld kunnen krijgen. De heer Hooder heeft van drie centra gesproken zonder namen te noemen. Spreker denkt ook aan Soesterberg. Het denkbeeld van de heer Kruijff verdient overwogen te worden. B.en zullen voortgaan met het zoeken van een oplossing, zowel in het belang van de buurt- als van de sportverenigingen. De kosten zijn niet het voornaamste punt, maar voor dit ongeschikte terrein vormden zij wel een bezwaar. De wethouder van ZADELHQFF zou de oplossing willen zoe ken in de richting van speelweiden of speelterreinen, die ge durende de schooluren door de scholen en na schooltijd door de buurtverenigingen worden gebruikt. Dit experiment is in Bus- surn heel aardig gelukt en zou ook in Soest beproefd kunnen worden. De terreinen moeten zo gelegen zijn, dat zij door de scholen gemakkelijk gebruikt kunnen worden. Zij moeten dus lig gen middenin de verschillende buurten. Hiervoor behoeven niet de hoge kosten der sportvelden te worden gemaakt. De VOORZITTER stelt voor aan Olympia te berichten, dat van gemeentewege thans geen terrein beschikbaar kan worden gesteld, maar dat geprobeerd zal worden binnen de kortst mo gelijke tijd een terrein te verkrijgen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor stel van de Voorzitter besloten. 151. Voorstel tot het verlenen van de wettelijk voorgeschreven mede werking aan het bestuur der vereniging "Een School m/d Bijbel te Soest" inzake beschikbaarstelling van een zevende lokali teit ten behoeve van de lagere school aan de Driehoeksweg (zie prae-advies nr.56 en raadsbesluit nr.207). Dit voorstel wordt zonder discussie of hoofdelijke stem ming aangenomen. 152. Vaststelling van een verordening ex art.4 der ¥oonruimtewet 1947. De heer OOMS merkt op, dat volgens art.4 B.en I. in het algemeen de in art.1 bedoelde vergunning niet zullen weige ren voor een ongehuwd en minderjarig kind, dat in de ouderlij ke woning wil terugkeren. Spreker meent, dat ook voor een on gehuwd en meerderjarig kind de vergunning niet mag worden ge weigerd en hij wijst in dit verband op kinderen, die hun dienst betrekking hebben verloren en weer bij de ouders willen gaan inwonen. De VOORZITTER wijst er op, dat wanneer een persoon niet onder a-d van art.4 valt, B.en niet verplicht zijn de ver gunning te weigeren. In de meeste gevallen zullen B.en voor het terugkeren van een meerderjarig kind in de ouderlijke wo ning toestemming geven, maar er kunnen bezwaren zijn, bij voor beeld wanneer de ouderlijke woning klein of overbezet is en het kind evengoed elders kan wonen. De heer OOMS zegt, dat een ongehuwd meerderjarig kind, dat zijn betrekking verliest, in de meeste gevallen naar de ouderlijke woning wil terugkeren en wanneer de ouders dit goed keuren, mogen B.en z.i. niet ingrijpen. Spreker-stelt voor in art.4 de woorden "en minderjarig" te schrappen* De VOORZITTER wijst er op, dat B.en volgens art. 2 met alle voor de beoordeling van het geval in aanmerking komende omstandigheden rekening moeten houden. In ieder geval wordt de zaak van alle kanten bekeken en vermoedelijk zullen B.en W.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1947 | | pagina 302