18 Maart 1947 27. heeft op spoed aangedrongen. Wanneer alle mogelijke wijzigin gen worden aangebracht, moeten ook de teekeningen veranderd worden en dat brengt een vertraging medewaardoor men te laat zou kunnen komen. Bij het maken van plannen voor volgende woningen kan met de gemaakte opmerkingen zooveel mogelijk rekening worden gehou den, maar spreker adviseert den Raad deze woningen te aanvaar den zooals zij zijn voorgesteld, behoudens de kleine wijzi gingen, waarover de heer Van Zadelhoff heeft gesproken. Een kelder is te verkiezen boven een kelderkast, maar spreker heeft toch nooit gehoord, dat de artikelen in een kelderkast aan bederf onderhevig zijn. Wanneer een kelder ƒ.300,- a ƒ.400,- kost, komt dit voor 14 woningen op een .5000,-. Mevrouw LANDWEER-DE VISSER vraagt, of het maken van kel ders huurverhooging tengevolge zou hebben, hetgeen zij niet wenschelijk zou achten. De VOORZITTER zegt, dat de commissie voor het grondbe drijf huurverhooging in overweging heeft gegeven. Maar dat is hier het punt niet. Door kelders te maken zou men boven liet bedrag van ƒ.35,- per m3 kunnen komen en dit door het Rijk voorgeschreven maximum mag niet overschreden worden. De heer NOODER zegt geen antwoord te hebben ontvangen op zijn opmerkingen betreffende de bebouwingsvoorschriften en betreffende grootere ruiten. De wethouder VAN ZADELHOPF zegt, dat dit een quaestie van architectuur is, waarin de schoonheidscommissie een woordje heeft mee te spreken. De plannen worden door de hoo- gere instanties niet aanvaard, wanneer zij niet zijn goed gekeurd door de schoonheidscommissie. De VOORZITTER wijst er op, dat de voorgestelde ruiten niet zoo klein zijn. Voorts zegt spreker, dat kelderkasten ontworpen zijn. Wanneer de aanbesteding meevalt, is er hoop op meer verdiepte kelderkasten. Van de uiteindelijke kosten hangt het af, in hoeverre de kelders verdiept kunnen worden. De heer A.P.HILHORST vraagt, of de inhoud der woningen dan niet te groot wordt. De heer VAN ZADELHOPP, wethouder, zegt dat men, wanneer de kosten het toelaten, daar wel overheen stapt. Wanneer het kelders worden van 2 x 3 m, is de overschrijding van den inhoud niet zoo heel groot. De heer KRUIJPP vraagt een uitspraak van den Raad in de quaestie van het toezicht. De VOORZITTER herinnert aan de mededeeling van den heer Van Zadelhoff, dat openbare werken geen ambtenaar zes maanden kan afstaan en dat nu de geheele verantwoordelijkheid bij den architect komt te liggen. De wethouder VAN DEN AREND merkt op, dat het ook met het oog op de groote materiaalschaarschte wenschelijk is den ar chitect ingeschakeld te houden. Vooral bij een eenigszins grooten bouw stagneert de materialenaanvoer onmiddellijk. De architect, die met den aannemer verantwoordelijk is, zal me de zijn tijd en zijn kracht besteden om voor een tijdige aan voer der materialen te zorgen. Dit is ook een taak voor den aannemer, maar de architect heeft er toezicht op te houden. De heer KRUIJPP meent, dat de materialen reeds beschikbaar zijn.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1947 | | pagina 86