18 Maart 1947 30#
wanneer de gemeente zich uitbreidt, moet zij te allen tijde
kunnen beschikken over de gronden, die zij noodig heeft. Spre
ker hoopt, dat een clausule zal worden opgenomen, dat wanneer
de gemeente den grond noodig heeft, de verhuurder er afstand
van moet doen.
Voorts is spreker van oerdeel, dat ook aan de jeugd gele
genheid gegeven moet worden om daar te tennissen. Dat is in
het belang van haar lichamelijke ontwikkeling en het zal het
beoefenen van de tennissport bevorderen. De gemeente zal er
verder op moeten toezien, dat de te sluiten overeenkomst be
hoorlijk wordt nageleefd.
De VOORZITTER zegt.- dat B.en Wc den heer Van Vliet mede
werking hebben toegezegd., omdat zij het van belang achten, dat
er meer gelegenheid komt om te tennissen. De exploitant meent,
dat het tennispark beter exploiteerbaar zal zijn met vier dan
met drie banen en hijzelf zal zijn uiterste best doen om de ba
nen zooveel mogelijk druk bezocht te doen zijn. B.en W.zijn
van oordeel, dat de gemeente gebaat zal zijn met de plannen
zooals die er op het oogenblik liggen. Zooals uit de toelich
ting blijkt, is alles voorloopig en B.en W.vragen van den Raad
alleen een principieele accoordverklaring, zoodat B.en W.met
betrokkene kunnen voortwerken.
De heer HOM heeft uit het voorstel gelezen, dat in het bij
zonder de jeugd geweerd zal worden, waaruit hij meent te mogen
afleiden, dat het groote publiek wel in het park zal mogen wan
delen.
De VOORZITTER vermoedt, dat de heer Van Vliet daartegen
geen bezwaar zal hebben. Het is voor hem zelfs ©en voordeel,
omdat de belangstelling voor de tennissport erdoor bevorderd,
zal worden. Maar de wandelaars mogen geen beletsel vormen voor
het uitoefenen van de sport,
De heer KRUIJEE zegt, dat het bij het tennissen buitenge
woon hinderlijk is, wanneer in de onmiddellijke omgeving een
aantal kinderen aan het ravotten is, Wanneer daarvan last on
dervonden wordt, moet de exploitant van de baan gelegenheid
hebben het terrein af te sluiten, Op de Veluwe staan overal
bordjes Verboden Toegang," Toch kan men er rustig wandelen,
maar de eigenaren hebben het recht zoo noodig menschen te ver-,
wijderen. Dat recht moet de exploitant ook hebben.
Mevrouw BUNGENER-ODINOT zou de bepaling willen opnemen, dat
het park voor het publiek toegankelijk moet blijven.
De wethouder VAN ZADELHOEE: Dat blijft het juridisch na
tuurlijk niet
De heer ERUIJEE vraagt, of de heer Van Vliet het recht heeft
ehtree te heffen, bij voorbeeld bij wedstrijden.
De wethouder Y.A.E ZADELHOEE zegt, dat het niet te doen ge
bruikelijk is voor gewone compojiziewedstrijden entree te hef
fen. Wie gaat kijken zal er niet afgegooid worden,, maar het
gaat er om, dat menschen die hinderlijk zijn, verwijderd kun
nen worden.
De heer BURGWAL vraagt welke bedoeling bij den aanleg van
het park heeft voorgezeten; de '"enniesport of een wandelgelegen
heid voor het publiek.
De wethouder VAN ZADELHOEE antwoordt; beide. Nu echter is
in het belang van de exploitatie verandering noodzakelijk. Hoe
yoordeeliger er geexploitserd kan worden, hoe goedkooper de
banen verhuurd kunnen worden en hoe meer menschen van de ten-