18. De heer KRUIJFF: Dus wij zijn verplicht montagewoningen te bouwen volgens een bepaald systeem?! Dat noem ik oplichterij. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. aanvankelijk tegen montagebouw hebben geprotesteerd. Deze bouw is kwalita tief minder en kostbaarder. B. en W. hebben dus de vrijheid gevraagd de goedkoopste woningen te bouwen en de beste. Die heeft de gemeente niet gekregen, omdat er in de pro vincie Utrecht een zeker aantal montagewoningen moet worden gebouwd, waarvan ook een deel te Soest. De gemeente mag kiezen uit de erkende systemen. De heer KRUIJFF informeert naar de uitzettings- coëfficiënt van beton. Gezien de brede naden die op de betonwegen voorkomen om behoorlijke speling te hebben, vreest spreker dat er door de verwarming van de betonnen muur bij de kachel moeilijkheden zullen kunnen ontstaan. De heer SCH$NEIDER deelt mede, dat de uitzettings coëfficiënt van beton 0.05 mm per 10° C bedraagt. Op de betonwegen wordt het totale oppervlak verwarmd, maar de extra verwarming van een vierkante meter bij de kachel maakt niet uit. Bovendien heeft beton een grote warmte- geleiding, zodat warmteverschillen van betekenis niet zullen optreden. De heer VAR WINDEN merkt op, dat de grote dubbele elementen op éen grote trailer zullen liggen en met een kraan op hun plaats zullen worden gezet. Spreker vraagt zich af hoe dit zonder beschadiging mogelijk zal zijn, want de plafonds en de wanden zijn dan reeds afgewerkt en behoeven alleen maar gesausd en behangen te worden. Maar hier en daar zullen er van de elementen stukjes en brokjes af raken voor zij op de bouwplaats zijn. Elementen die beschadigd zijn kunnen al direct niet goed op hun plaats worden gebracht, afgezien van de mallen. Voor 1.000,-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1948 | | pagina 234