19. kan men wel iets construeren, dat vrij vormvast is, maar spreker is er van overtuigd, dat men hetzelfde te zien zal krijgen als bij de K^rbowoningen, namelijk kromme platen. Hier is het echter de bedoeling het in het geheel niet bij te werken en dan is het onmogelijk de elementen zodanig te storten, dat de naden bijna onzichtbaar komen. De naden zijn v/el v/eg te werken, maar of de elementen zuiver vlak zullen zijn, moet worden betwijfeld. Spreker werkt gaarne met gewapend beton, doch geeft er de voorkeur aan, dat er op het werk gestort wordt. Dan heeft men de zekerheid dat het voor honderd procent af is. Deze elementen,die gesteld moeten worden op een zeer smalle strook, namelijk van 90 cm breedte, moeten zodanig worden gesteld, dat zij absoluut niet kunnen werken. Dit zijn bezwaren, die spreker als man van de practijk naar voren brengt. Men zal op zeer soliede bouwgrond moeten bouwen en niet op grond, die met 25 cm is aangevuld. De bewapening in de fundering acht spreker geheel onvoldoende. Als er een zetting in komt, krijgt de bewoner het idee: wanneer zal de boel naar beneden komen? Spreker is daar niet bang voor, maar scheuring door de zetting krijgt men in deze woningen ook. Voor de wanden is het niet van betekenis, want die zijn behangen, maar scheuren in de plafonds vindt spreker erg. Ten slotte wijst spreker er op, dat het wel eens veel te lang zou kunnen duren voor deze woningen kunnen worden gebouwd, zodat de gemeente een ander systeem zal moeten kiezen. De heer SCHNBIDER deelt mede, dat de platen voor de Krabowoningen blijkens mededeling van de heer Schuhmacher in houten mallen worden gemaakt. Die worden volgestopt met klinkerisolithbeton, dat veel zachter is dan gewapend Voorzichtig beton. Zij worden gestoomd. -ZarOfe4 moeten zV worden opge tild en op een wagentje gezet. Dan bestaat het gevaar, dat de platen schranken en ongelijk van zetting worden, doordat de bekisting niet sterk genoeg is. Hier blijft de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1948 | | pagina 236