22.
De heer VAN EMBDEN zegt, dat de weg er Donderdag
nog op stond. Hij geeft in overweging vóór de stukken naar
Utrecht worden gezonden, aan het Departement van Oorlog
de formele toezegging te vragen, dat het de aanleg van de
weg voor zijn rekening neemt.
De SECRETARIS voelt het meest voor een vertrouwelijk
schcjven aan de Minister, dat de Raad wil medewerken, mits..
enz
Voorts mist spreker de 12 meter weg van de Kinahu.
De heer VAN EMBDEN zegt, dat die weg er niet op hoeft.
Het uitbreidingsplan heeft betekenis voor nieuw aan te
leggen wegen en voor bebouwingsbestemmingen, maar niet
voor zover het onbebouwde fietspaden betreft.
Mevrouw VAN DER SWAN-de Kiewit acht het toch wel goed
het pad er op te zetten, omdat het is verdwenen.
De heer VAN EMBDEN zegt, dat het pad natuurlijk voor
komt de legger van de wegen, maar dat het met het oog
op de levendigheid en het spreken van de kaart zekere aan
trekkelijkheid heeft de weg er op te zetten. Indien Gemeen
tewerken hem de wegen opgeeft, die er zijn, zal hij ze er
gaarne opzetten.
De VOORZITTER vraagt, of de Raad zich in grote hoofd
zaken met dit plan kan verenigen. Wanneer geen van de leden
bezwaar maakt, zegt spreker, dat Burgemeester en Wethouders
de zaken dus verder kunnen behandelen met het Departement
van Oorlog en de commissie te Utrecht.
Spreker dankt vervolgens de heer Van Embden zeer har
telijk voor de genomen moeite. De leden van de Raad, zo ver
volgt hij, hebben het ongetwijfeld zeer op prijs gesteld van
U, op de smakelijke manier, waarop U dit weet te doen, te
horen,hoe en waarom het plan veranderd is moeten worden.
Ik dank U nogmaals zeer voor Uw uiteenzettingen, die voor