14.
keling van de gemeente stelt. Dat is de reden waarom
men in dit voorstel niet 20 verschrikkelijk veel ver
bluffends ziet. Maar wanneer men de lijnen van
geleidelijkheid verlaat en de voorzichtigheid uit het
oog verliest, doet men niet anders dan stro dorsen.
Dan maakt men papieren tekeningen die niet worden
uitgevoerd.
Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt of het Kerkpad
nooit voor verbreding in aanmerking zal kunnen komen.
De heer VAN EMBDEN zegt dat het niet de bedoeling
is het Kerkpad volledig te verbreden. Voor zover het
is bebouwd, meent spreker de bestaande toestand te
moeten accepteren. Indien hij moediger ware, zou hij
voorstellen al die huizen van de kaart te vegen.
De heer SCHAAPSMA: Dat had zaak geweest.
De heer VAN EMBDEN zegt dat hij uit een stedebouw
kundig oogpunt de huizen gaarne zou verwijderen, omdat
er uit een verkeersoogpunt een hoogst primitieve
toestand heerst. Maar zich rekenschap gevende van
de materiële offers, die het opruimen van de huizen
zou medebrengen, wil spreker ze beschouwen als een
erfenis die men heeft te aanvaarden.
Mevrouw BUNGENER-Odinot vraagt of verbreding
niet mogelijk is ten koste van de voortuinen.