de juridische kant van deze zaak niet kan beoordelen.
Met betrekking tot de vraag van de heer Nooder, of
men zich zou kunnen losmaken van de voorwaarden van de
Rijkswaterstaat ten aanzien van rijkswegen door het maken
van een parallelweg, wijst spreker er op, dat het maken
van een parallelweg altijd weer gebonden blijft aan de
goedkeuring van de Rijkswaterstaat. Want een parallelweg
moet op een bepaald punt uitmonden op de rijksweg en ten
aanzien van die uitmonding is de goedkeuring vereist van
de Rijkswaterstaat. Het feit dat hier en daar uitwegen
liggen, helpt de gemeente niet. Wanneer er een parallelweg
wordt gemaakt met veel meer woningen, krijgt men veel
drukkere uitwegen dan op het ogenblik en daar zal de
Rijkswaterstaat waarschijnlijk bezwaar tegen maken. Afgezien
daarvan is het ook de vraag, of het wenselijk is voor de
gemeente Soest zelf in deze richting te gaan werken. Een
parallelweg is buitengewoon kostbaar. Men zal er toch
geen blokken van tien woningen aaneen willen bouwen.
Wanneer open bebouwing aan een afzonderlijke parallelweg
tot stand moet worden gebracht, dan wordt dit zeer kost
baar, want de woningen zullen over een grote lengte
komen te liggen en op die woningen zullen de kosten
van de weg niet kunnen worden verhaald.
Bovendien moet spreker ervoor waarschuwen, omdat
wanneer men in deze richting gaat, het erop zou neerkomen,
dat men een lintvormig dorp krijgt. Men zal een betrekkelijk
intensieve bebouwing moeten toelaten; anders heeft men