- 27 mei 1959 - "bezig is geweest. Het is hem "blijkbaar tot nu toe niet gelukt iets te vinden. De VOORZITTER zegt dat in 1948 een gelijk verzoek is behandeld. Toen is dit bedrijf medegedeeld, dat hiervoor geen hinderwetvergunning kan worden gegeven en dat het moet uit zien naar een ander bedrijfspand. Waarop de besprekingen met de betrokkenen zijn afgestuit, is spreker niet precies bekend. Hij meent dat dit bedrijf niet over de middelen beschikte om naar het industrieterrein te gaan. De toenmalige twee eigenarer zijn weggegaan. Het bedrijf is - misschien wel twee keer - in andere handen overgegaan. De huidige eigenaar probeert het opnieuw, maar er is geen reden thans een ander standpunt in te nemen dan in 1948. Het gemeentebestuur heeft een open oog gehad voor de moeilijkheden van het bedrijf. De huidige eige naar wist echter, dat het bedrijf geen hinderwetvergunning had en ook niet kon krijgen. Hij heeft het bedrijf welbewust overgenomen, wetende in welke positie hij daar zou komen te verkeren. De gemeente heeft deze zaak tot nu toe oogluikend toegelaten. Het college is niet van plan hier abrupt een einde aan te maken, hoewel het wel de overtuiging moet krijgen dat ernstige pogingen worden gedaan het bedrijf te verplaatsen, hetzij naar Soest, hetzij naar de overkant van de straatweg. Spreker, gelooft dat men liever in Soesterberg wil blijven, omdat men daar nu eenmaal is gevestigd en enige bekendheid heeft. Men mag de zaak echter niet op zijn beloop laten in de gedachtes De gemeente doet toch niets tegen onsj wij trekken ons er niets van aan. De eigenaar zal duidelijk moeten maken, dat het hem ernst is met zijn pogingen elders onderdak te vinden. Wanneer het college de overtuiging krijgt, dat hij daartoe inderdaad ernstige pogingen aanwendt, gelooft spreker niet dat het noodzakelijk is onmiddellijk eeneinde te maken aan de huidige toestand. Het zou wat anders zijn, wanneer er klachten van de omwonenden kwamen. Die zijn er gelukkig nog niet geweest. De heer D. IE HAAIT gelooft, dat verplaatsing van het bedrijf de betrokkene op het ogenblik ook financieel enigs zins moeilijk valt. Kan hem niet een redelijke termijn worden gesteld, bij voorbeeld van twee jaar? Dan heeft men ook een stok achter de deur. De voorzitter zegt, dat de huidige situatie onwettig is. Het is dus wettelijk onmogelijk een ontruimingstermijn te stellen. De heer D. DE HAAN zegt dat deze man al elf jaar zonder de hinderwetvergunning zijn bedrijf uitoefent. Hij moet zo langzamerhand toch weten waaraan hij precies toe is. De VOORZITTER merkt op dat de gemeente tot nu toe zeer rekbaar is geweest. Het gevaar dreigt zelfs dat de betrokkene denkt dat deze rekbaarheid opbeperlct is. Hem moet duidelijk worden gemaakt dat dit toch niet het geval is. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 104. Voorstel om toe te treden tot het Gasbedrijf Centraal Neder land (1-1405). 105. Voorstel tot het verlenen van eervol ontslag als vakonder wijzeres aan mej. J. Eolkertsma (1-1406). 106. Voorstel tot het beschikbaarsteilen van een krediet? a. voor de bouw van een Chr. kleuterschool aan de ^inkenweg hoek Nieuwstraat (1-1409)? - b. -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 122