- 24 juni 1959 - 74. De heer HILHORST wijst er op, dat bij de stukken een advies van gemeentewerken ligt om deze grond over te doen tegen 10, per m2. In de voordracht staat deze prijs echter niet vermeld. De VOORZITTER deelt mede, dat de grond om niet wordt over gedragen. In verband met de waarborgsom voor de bouw van de school moet echter de grondprijs worden bepaald. En die is in verband daarmede gesteld op 10,per m2. De heer HILHORSTs Omdat het een kleuterschool is, moet de gemeente dus de grond gratis afstaan? De VOORZITTERS Het maakt geen verschil of het een kleu terschool dan wel een lagere school betreft. De heer HILHORSTs Bij een lagere school wordt dit toch vergoed door het rijk? De VOORZITTERS Neen, dat is ook daarbij niet het geval. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Voorstel tot oninbaarverklaring van rechten ophalen as en vuilnis voor 1959 (IV-1424). De heer HILHORST heeft uit de ter inzage gelegde lijst gezien, dat het hier in hoofdzaak mensen betreft die onderstand genieten van maatschappelijk hulpbetoon. Hij acht het juister dat maatschappelijk hulpbetoon voor deze gevallen een vergoe ding aan de dienst geeft. Maatschappelijk hulpbetoon krijgt van de hogere overheid een bijdrage, terwijl de dienst zich zelf moet bedruipen. Leze oninbare posten zouden tot gevolg kunnen hebben, dat de rechten voor het ophalen van as en vuil nis te weinig opleveren en de raad een voorstel krijgt om" deze rechten te verhogen. De VOORZITTER wijst er op dat het rijk niet bijdraagt in het tekort van maatschappelijk hulpbetoon. Het nadelig saldo van maatschappelijk hulpbetoon vindt men terug op de gewone dienst van de begroting. Men kan natuurlijk het nadelig saldo van maatschappelijk hulpbetoon wat verhogen en de winst van gemeentewerken eveneens, maar uiteindelijk komt het op het zelfde mor. Spreker gelooft echter, dat de huidige gang van zaken juister is. Bij de vaststelling van de verordening op het ophalen van as en vuilnis is iedereen verplicht zijn as en vuilnis aan de ophaaldienst mee te geven. Vroeger bestond deze verplichting niet. In verband daarmede moet men ook een vrijstellingsmogelijkheid hebben voor degenen die deze rechten niet kunnen betalen. De heer HILHORST zegt dat het voor hem wel verschil maakt, of dit nadeel komt ten laste van gemeentewerken dan wel ten laste van maatschappelijk hulpbetoon. Hij acht het het beste dat maatschappelijk hulpbetoon de betaling van de rechten voor de ondersteunden voor zijn rekening neemt, hetzij door de betrokkenen hiervoor een extra bijdrage te geven, hetzij door deze kosten rechtstreeks aan de dienst te betalen. De VOORZITTER zegt dat het dan verreweg het eenvoudigste zou zijn, wanneer maatschappelijk hulpbetoon één bedrag zou betalen aan de dienst gemeentewerken. Zojuist verneemt spre ker echter, dat dit niet op de begroting van de dienst gemeen tewerken, maar op de algemene dienst komt. Hetgeen de heer Hilhorst wenst zou dus betekenen, dat op de algemene dienst de inkomstenpost iets hoger wordt, terwijl de uitgavenpost met een gelijk bedrag zou vermeerderen. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. - 126. -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 148