- 15 juli 1959 - 89 begonnen, acht de P.T.T. het toch niet verantwoord nog langer op de huidige wijze voort te werken. De toestand van op het ogenblik kan beslist niet langer worden voortgezet; wanneer de in aanbouw zijnde woningen te Soesterberg klaar komen, wordt het nog moeilijker. Daarom wil de P.T.T. dit noodgebouwtje plaatsen. Dit noodgebouwtie is uitneembaar. Het wordt door de P.T.T. dan hier dan weer daar neergezet. Het is een min of meer "reizend" bureau. Het is dus niet zo, dat de kosten voor dit gebouwtje speciaal voor Soesterberg worden gemaakt. De financiële commissie vindt de huurprijs van 15»te laag. De huurprijs speelt hier echter niet zo'n rol. Achteraf gezien, acht spreker het zelfs verstandiger in het geheel niets te verhuren, maar de grond ter beschikking te stellen voor de tijd die nodig is. Zodra het nieuwe postkantoor gereed is, gaat het gebouwtje weg. Wanneer men de grond verhuurt moet een huurcontract worden opgemaakt en valt men onder de huurwet. De gemeente staat veel vrijer, wanneer zij de grond alleen maar ter beschikking stelt. Spreker wijzigt, namens B&W, het voorstel in die zin, dat de grond niet wordt verhuurd, maar dat de raad het college machtigt de grond aan het Staatsbedrijf der P.T.T. in gebruik te geven voor de tijd die nodig is, mitsdien totdat het nieuwe kantoor gereed is. De heer PIEKER vraagt of de onderhandelingen met de P.T.T. mede aanleiding hebben gegeven, in hoofdzaak voor wat betreft hulpsecretarie, politiebureau en postkantoor, tot vertraging. De VOORZITTER zegt dat de raad in december het krediet heeft verleend, maar dat men toen nog niet tot overeenstemming met de P.T.T. is kunnen komen. Intussen was het zo, dat de woningen nog niet rond waren, wel de plannen, maar niet de exploitatie van de woningen, de hoogte van de huren, hetgeen moeilijkheden heeft gegeven, die ook nu nog niet zijn opgelost, doordat de Premiebeschikking veranderd is. Wanneer de gemeente met de P.T.T. in december tot overeenstemming was gekomen, gelooft spreker toch niet dat men nu verder zou zijn geweest. De heer ELBERTSE meent dat aanvankelijk op een bedrag van 3300,is gerekend. Wanneer nu voor het bedrijfsgedeelte 2100,a 2200,wordt berekend, blijft er voor de woning ongeveer 1100,over. Is bij de exploitatie die daaraan ten grondslag ligt, rekening gehouden met de premie van vóór 16 april? Anders zou de overeenkomst moeten vervallen. De VOORZITTER zegt de woningkwestie er buiten te hebben gelaten. Het college dacht die rond te hebben, maar door de wijziging van de premie staat het op losse schroeven. De toe komstige premie is nog niet bekend, maar daar die lager is dan de huidige, wordt de exploitatie dus ongunstiger. De heer ELBERTSE: Maar komt de gemeente hiermee uit? Er was een meningsverschil van 300,Is dat weggewerkt door onderhandeling of door wijziging van de exploitatierekening? De VOORZITTER zegt dat de exploitatierekening niet is gewijzigd, maar de woning is er buiten gelaten. De heer ELBERTSE vraagt of er rekening is gehouden met de risicoverrekening betreffende de lonen en materiaalprijzen. De gemeente bindt zich aan huren. De VOORZITTER zegt dat de huren niet vaststaan? het is een richtprijs. Een offioieel voorstel krijgt de raad nog aan de hand van de dan bekende cijfers. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 178