- 21 januari 1959 -
slotte is er de volkswagen voor de verdere politiële dienst,
welke wagen ook door het gemeentebestuur wordt gebruikt. Dit
aantal auto's is aan de krappe kant. Het college komt niet met
het voorstel tot aanschaffing van een vierde auto, omdat
daarvoor weer niet voldoende emplooi zou zijn. Bovendien zou
een dergelijke aanschaffing direct een stuk duurder zijn. Door
het toekennen van de voorgestelde autotoelage zal in feite
een vierde auto aanwezig zijn, terwijl de gemeente veel en
veel goedkoper uit is. Het is naar het oordeel van B&W in het
belang van de gemeente en in het bijzonder voor de uitoefening
van de politiële dienst, dat de voorgestelde regeling tot
stand komt.
Over de grootte van het bedrag kan men natuurlijk altijd
discussiëren. Deze regeling met een toelage van 750,moet
worden gezien als een overgangsregeling voor één jaar. Het
volgend jaar, wanneer men dus precies het aantal kilometers
weet, kan hierop worden teruggekomen. Daarom stelt spreker
voor deze voordracht thans wel in behandeling te nemen. Anders
kan men de regeling pas de tweede helft van februari laten
ingaan. Dan is reeds een vrij groot deel van het jaar voorbij.
De heer VAN ANDEL deelt mede, dat de financiële commissie
het voorstel grondig heeft bekeken. Zij heeft echter niet
voldoende motieven kunnen vinden voor de door B&W voorgestelde
oplossing. Het door het college voorgestelde bedrag achtte zij
een slag in de lucht. Vandaar dat zij voorstelt de voordracht
nog even aan te houden. De voorzitter van de financiële com
missie kon zich daarmede verenigen. Het komt spreker voor dat
het het beste is eerst te stemmen over de vraag, of de voor
dracht al dan niet zal worden aangehouden.
De VOORZITTER constateert, dat de heer van Andel het
voorstel van de financiële commissie handhaaft.
De heer HOM wil nog opmerken, dat men in de financiële
commissie eigenlijk een beetje bang was, dat er te veel over
dit voorstel, waarbij persoonlijke aspecten in het geding zijn,
zou worden gesproken. Daarom is met algemene stemmen besloten
het college te adviseren het voorstel terug te nemen en eerst
met nog andere punten naar voren te komen. Wanneer het voor
stel echter vandaag toch wordt behandeld, dan is spreker voor
het toekennen van de autovergoeding.
Mevrouw POLST-Musier merkt op, dat de financiële commis
sie heeft geadviseerd het voorstel terug te nemen, omdat zij
van oordeel was, dat ondanks de tijdens de begrotingsbehande
ling nadrukkelijk gestelde vraag om een uitvoerige voor
lichting met cijfers over alle autovergoedingen, deze voor
lichting toch achterwege is gebleven. Door voor te stellen
deze voordracht terug te nemen, heeft de financiële commissie
het college eigenlijk verzocht te doen hetgeen het bij de
vorige behandeling van deze aangelegenheid heeft toegezegd,
maar niet heeft gedaan.
De VOORZITTER merkt op, dat de vergoeding voor de twee
andere ambtenaren niet meer zijn terug te nemen. Deze ver
goedingen liggen nu eenmaal reeds vast. Alleen de vergoeding
voor de hoofdinspecteur van politie kan men afwijzen. Maar
juist met betrekking tot deze vergoeding beschikt men wèl
over gegevens, weliswaar niet over het gehele jaar, maat toch
over de eerste drie kwartalen. Ook wanneer het aantal gereden
kilometers over het gehele jaar 6000 bedroeg, was het college
met dit voorstel gekomen. Ten aanzien van de beide andere
- ambtenaren -