-21 oktober 1959 -
121
De heer BROUWER is het niet geheel met de wethouder eens.
Er moet wel verschil worden gemaakt tussen de idee en de uitvoering
daarvan. Hij begrijpt dat de uitvoering niet aan kinderen kan worden
overgelaten. Kinderen tussen 10 en 12 jaar kunnen echter wel belang
rijke ideeön op papier zetten. De K. L. M.-kalender 1960 bevat teke
ningen van kinderen tussen 10 en 12 jaar uit de gehele wereld, die hun
ideeën over hun eigen land in tekening op papier hebben gezet. Spreker
gelooft niet dat de Nederlandse kinderen tussen 10 en 12 jaar in deze
achter zullen staan bij de kinderen tussen 10 en 12 jaar in Mexico. Hij
zou het toch wel op prijs stellen, indien zou worden overwogen de kinde
ren van deze school zelf een ontwerp te laten maken en dat te doen uit
voeren door een kunstenaar.
De wethouder K. DE HAAN, zegt, dat het idee van de heer Brouwer
zeker niet verwerpelijk is. Hij heeft zelf enige tijd geleden een aantal
zeer mooie tekeningen gezien van Japanse kinderen, die tekeningen had
den uitgewisseld met een school in Doorn. In de appreciatie van kinder
tekeningen bestaat er geen verschil tussen hem en de heer Brouwer. De
1%-regeling is destijds echter door het rijk in het leven geroepen om be
roepskunstenaars aan werk te helpen. Daarom is de opdracht aan een
beroepskunstenaar gegeven.
Een kind kan zeer mooi fantasieën op papier zetten, maar de ge
bondenheid aan de techniek en aan vlakken is in het onderhavige geval
te groot om kinderen hierbij in te schakelen. De desbetreffende kunste
naar staat overigens in het geheel niet afwijzend tegenover pogingen tot
kunst van kinderen. Hij is zelf docent. Het is wel heel aardig om een
muurschildering in een lokaal eens onder enige leiding door de kinderen
te laten uitvoeren. Voor een werk echter dat voor een generatie wordt
aangebracht, gelcoft spreker niet dat een dergelijke werkwijze moet
worden toegepast.
De heer BROUWER vraagt of het niet mogelijk is de kunstenaar nog
enige ontwerpen te laten maken. Dan kan men een keuze doen.
De wethouder K.DE HAAN acht het erg moeilijk de kunstenaar, die
ter wille van de eer dat hij nog een kunstwerk voor de gemeente tot
stand mag brengen, zijn prijs meer dan scherp heeft gesteld, extra te
belasten met het verzoek nog een aantal schetsen te maken. Juist door
de beperking tengevolge van het materiaal en de ruimte zal de kunste
naar, omdat hij een bepaalde opzet in het hoofd heeft, toch met weinig
anders dan varianten op deze schets komen.
De heer BROUWER zou toch gaarne een ander ontwerp hebben. Het
is immers de bedoeling dat dit werk geruime tijd in de hal blijft.
De VOORZITTER merkt op dat zaken als deze zich niet lenen om in
een groot college als de raad te worden beoordeeld. Wanneer een ont
werp van een kunstenaar moet worden beoordeeld, zijn daarover net
zoveel meningen als mensen die het beoordelen. Spreker is van mening
dat men een kunstenaar de vrijheid moet laten om naar eigen inzicht
een ontwerp te maken en ook uit te voeren. Bevalt het kunstwerk niet,
dan moet men eerder een volgende maal naar iemand anders uitzien.
Een kunstenaar, die iets van zichzelf geeft, moet men in zijn schepping
respecteren door hem daarin de volle vrijheid te laten. Doet men dit
niet, dan wordt men veel te veel bemoeials en dan nog elkander weer
sprekende bemoeials ten aanzien van een zaak die men eigenlijk niet
behoorlijk kan beoordelen.
Het betreft hier een schetsontwerp om de gedachten te bepalen.
Spreker neemt aan dat het niet precies zo zal worden uitgevoerd als
het staat geschetst. Het is een vrij ruwe schets. De kunstenaar kan nog
gevraagd worden het werk iets meer duidelijk en begrijpelijk te maken,
alhoewel spreker ook daar huiverig voor is. Er is echter altijd overleg
met de kunstenaar mogelijk, waarbij deze toch de vrijheid behoudt die
een kunstenaar, wil hij scheppend kunnen werken, nu eenmaal moet hebben.
- Het -