- 21 januari 1959 - 12. ambtenaren met een autovergoeding beschikt met in het geheel niet over gegevens. Vandaar sprekers voorstel om alle drie de betrokkenen te verzoeken gedurende één jaar precies te noteren, hoeveel kilometers zij voor de dienst met hun auto hebben afgelegd. Het is het college onmogelijk ten aanzien van de beide andere ambtenaren, die een autovergoeding ontvangen, gegevens over te leggen, want het aantal kilo meters dat zij voor de dienst met hun auto hebben afgelegd is nooit genoteerd. Mededelingen van het college daarover zouden dus altijd een slag in de lucht blijven. Bij de dienstauto wordt echter steeds genoteerd wie ermede heeft gereden en hoeveel kilometers ermede zijn gereden. Daardoor beschikte men met betrekking tot de hoofdinspecteur wel over gegevens. En die duiden op een hogere vergoeding dan 750, Mevrouw POLET-Musler merkt op, dat de gegevens die de voorzitter ten aanzien van de vergoeding aan de hoofdinspec teur mededeelt, niet in de stukken zijn vermeld. De VOORZITTER vermoedt dat deze gegevens wel ter sprake zijn gekomen. Er is dus precies nagegaan, hoeveel kilometers de verschillende personen en de verschillende diensten met de volkswagen hebben gereden. Voor de hoofd inspecteur is dit geweest - zo fluistert de secretaris spreker in - niet 6000 km, maar ruim 5000 km. De heer DIJKSTRA ziet aan deze zaak drie aspecten: 1. de aard van het gebruik van de dienstauto's; 2. het voorliggende voorstel 5. het verband tussen de versohillende autotoelagen aan verschillende ambtenaren. Op het eerste punt wil spreker niet ingaan; daarvoor is het hier niet de plaats. Wat het voorstel zelf betreft: het college heeft geen enkel nieuw argument aangevoerd, hetgeen spreker teleur stelt. Nu het voorstel, nadat het was aangehouden, opnieuw aan de orde wordt gesteld, had er toch een novum, een nieuwe argumentering moeten zijn. Het college schrijft, dat de volkswagen buitengewoon zwaar wordt gebruikt: door de politie, door het college, door de secretarie, de ontvanger en gemeentewerken. Dit wijst er op, dat er niet één, maar twee nieuwe dienst wagens zouden moeten komen. B&W schrijven echter, dat een vierde dienstauto geen emplooi zou hebben. Een en ander klopt niet. Het college wil nu een toelage van 750,toekennen, onder het beding dat de hoofdinspecteur voortaan uit sluitend zijn eigen wagen voor dienstzaken gebruikt. Dan is echter het bedrag van 750,niet aan de lage kant, maar veel te gering. Het is namelijk slechts de helft van de aan andere ambtenaren reeds toegekende toelage. Hierin schuilt veel dat niet logisch is. Aan de directeur van gemeentewerken en aan de directeur van het gasbedrijf is een toelage van 1.500, toegekend. Dit is bijzonder hoog in verhouding tot de toelage voor de hoofdinspecteur, wiens auto veel meer zal woreen gebruikt. Het hoofd van de brandweer, die een uitgebreid repertoire van verplichtingen en diensten heeft en daardoor bijzonder veel op de weg moet zijn, krijgt een autotoelage van slechts 500,hetgeen - toch -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 24