- 9 december 1959 153. steeds verdergaande concentratie. Men kan dit betreuren, maar aan deze ontwikkeling is op grond van economische overwegingen eenvoudig niet te ontkomen. Het is niet in te zien, waarom een aandrang van het gemeentebestuur op de plaatselijke aannemers om tot meer samenwer king te komen en om meer ondernemer te zijn een verwijt waard is Spreker gelooft, dat hierin voor de kleinere aannemers een grote kans ligt. Natuurlijk blijft er wel een enkele mogelijkheid over om tot de bouw van enige woningen te geraken, maar de plaatselijke aannemers zullen toch in het algemeen met plannen voor de bouw van grotere aantallen woningen moeten komen en meer dienen op te treden als grote onder nemers. Ten aanzien van het plan'hchter Dammers"hebben diverse plaatselijke aannemers gevraagd, of zij daar mochten bouwen. Ging men echter verder met ze praten en noemde men de grondprijzen die waarschijnlijk uit de bus zouden komen, dan schrokken zij er van terug om met een plan te komen. Zij schrokken terug omdat het gemeentebe stuur de betrokkenen steeds voor ogen hield, dat er in een behoorlijk tempo moest worden gebouwd. De gemeente legt de wegen enz. aan en dit mag niet te lang renteloos blijven. Bovendien verlangde het gemeen tebestuur, dat een deel van de te bouwen woningen huurwoningen zouden zijn. Men kan wel trachten iedereen er toe te brengen een woning te kopen, maar er blijft nu eenmaal altijd een grote groep mensen, die zegt: U kunt mij voorrekenen wat u wilt en een koopwoning is misschien wel voordeliger, maar ik heb toch liever een huurwoning. Vóór de oorlog woonde het grootste gedeelte der Nederlanders in een huurwoning. Daarin is na de oorlog voor een groot deel uit noodzaak en voor een ander deel wellicht uit welbegrepen eigen belang wel wat verandering gekomen, maar er blijft een grote groep - vooral van mensen die krachtens hun werkkring gemakkelijk van woon plaats moeten kunnen veranderen - die niets voelt voor het kopen van een woning. Daarom is steeds geprobeerd - dit is niet alleen een drang van het college, ook in de commissie is daarop aangedrongen - de bouwonderne mers er toe te brengen een zeker aantal huurwoningen te bouwen. Wanneer men daarover begint, is een groot aantal ondernemers echter niet thuis. Zo had men laatst te maken met drie bouwondernemers, die op één terrein zouden bouwen. Toen de gemeente zeide, dat van de te bouwen woningen er 31 huurwoningen moesten zijn, zeiden er twee: Wij willen wel bouwen, doch. laat de derde maar de huurwoningen bouwen. Een ieder weet echter, dat de huurwoningen niet het gemakkelijkste deel zijn. Om de huurwoningen voor een exploitabele huur te leveren, moet men vaak op de koopwoningen een extra bedrag zetten. Zelfs de beleggingsmaatschappijen zijn niet zo heel vlot met het opdracht geven voor de bouw van huurwoningen. Het college dacht voor de bebouwing van het gebied tussen Dalweg en Molenstraat een beleggings maatschappij gevonden te hebben, doch ook die is afgevallen. De opmerking van de heer van den Arend, dat de woningwetwoningen op de Eng niet zo mooi zijn, heeft de voorzitter eigenlijk al beantwoord. Over mooi kan men twisten. Het zijn goede woningen. Ook spreker zou niet graag de hele Eng zien volgebouwd met dit type. Dat gebeurt ook niet. Het betreft hier 70 woningen. Op de Eng, waar in totaal bijna 700 huizen komen, zullen niet meer woningen van dit type (afgezien van 25 door de bouwkas te bouwen woningen) worden gebouwd. Het gaat dus om 85 van deze woningen op een totaal van bijna 700 huizen. Van uniformiteit en saaiheid zal dus zeker niet kunnen worden gesproken. Men moet het geheel zien in zijn totale samenhang. De raad is toch volledig op de hoogte van het type woningen, dat tussen de Talmalaan en de Molenstraat zal worden gebouwd. Ten aanzien van de grondpolitiek wijst spreker er de heer van den Arend op, dat in alle gemeenten de ondernemers op het ogenblik proberen grond aan te kopen om een vinger in de pap te hebben. Dat is volkomen begrijpe lijk. Om te kunnen bestaan, moeten de grote bouwondernemingen per jaar een bepaald aantal woningen bouwen. Zij moeten dus grond hebben. - Er -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 306