- 9 december 1959 - 167. algemeen overdag worden gehouden en die nogal eens een aanmerkelijke tijd duren. Dat is de reden, waarom het college voorstelt niet het presen tiegeld voor de raadsvergaderingen, maar dat voor de commissievergade ringen enigszins op te trekken. Het voorstel van de heer Dijkstra wil spreker niet overnemen, al zit er wel iets sympathieks in. Hij gelooft, dat het met dit presentiegeld van 10,-- per raadsvergadering voor iedereen mogelijk is lid van de raad te worden, daar deze in hoofdzaak des avonds vergadert. Vandaag verga dert men toevallig overdag, maar men moet dit over het gehele jaar nemen. Het presentiegeld beoogt dus niet het betalen van de deelname aan het raadswerk; het is uitsluitend een vergoeding voor gederfde inkomsten. De heer Hilhorst heeft gezegd, dat men er als raadslid niet is met het bijwonen van de vergaderingen en het bestuderen der stukken. Hij wees er op, dat men ook wel eens op stap moet gaan om bepaalde zaken te bestuderen. Inderdaad. Maar dat moet ieder raadslid dus doen in de tijd die hem het beste schikt. Iedereen die in een bestuur zit en van zijn bestuurslidmaatschap serieus werk maakt, zal behalve het bijwonen van vergaderingen ook bepaalde ge schriften moeten lezen, rapporten moeten doorwerken enz. Dat doet men alle maal uit burgerzin. Voor een raadsvergadering of voor een commissieverga dering wordt men echter gedwongen op een bepaald uur aanwezig te zijn, ook al komt dit met het normale werk niet uit. Men zal als raadslid inderdaad wel eens een boek moeten aanschaffen, dat men anders niet had gekocht, zoals mevrouw Polet opmerkte. Dat zijn echter allemaal dingen die niet in het presentiegeld zijn te verdisconteren. Ten aanzien van de telefoonaansluiting ligt het anders. Enige tijd geleden hebben sommige gemeenten een besluit genomen in de door mevrouw Polet gedachte richting. Dat is toen niet goedgekeurd door gedeputeerde staten. Spreker weet niet, hoe op het ogenblik de houding van gedeputeerde staten hier tegenover is. Hij wil dit punt gaarne eerst in het college bespreken, maar hij staat hier niet direct afwijzend tegenover. De heer DIJKSTRA begrijpt uit de woorden van de voorzitter, dat deze het voorstel om het presentiegeld voor de raadsvergaderingen geheel af tc schaffen en dat voor de commissievergaderingen te brengen op 10,-- niet overneemt. Dit,verbaast hem, omdat het betoog van de voorzitter toch wel klopte met dit.voorstel. t_t-i Wanneer spreker medestanders ten aanzien van zijn voorstel zou blijken te hebben, zou hij het gaarne in stemming zien gebracht. Het blijkt, dat het voorstel van de heer Dijkstra door geen der andere raadsleden wordt ondersteund, zodat het niet verder in behandeling kan komen. Het voorstel van het college om gedeputeerde staten te verzoeken het presentiegeld voor commissievergaderingen van 6,-- tot 8,-- te verhogen wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarbij op diens ver zoek wordt aangetekend, dat de heer de Bruin geacht wenst te worden tegen te hebben gestemd. Volgnr.64. Plaatsen van advertenties. Mevrouw VAN GOOR-Cleton zegt, dat het haar aandacht heeft getrokken, dat in de Soester Courant wel de gegevens van de burgerlijke stand voorkomen, doch dat de mutaties van de bevolking - zoals die van Baarn in de Baarnse courant voorkomen - daarin ontbreken. Een opname van die mutaties lijkt haar van groot nut voor verschillende ingezetenen, inzonderheid voor de midden standers en voor de plaatselijke verenigingen, welke laatste door de concur rentie met de televisie toch al een moeilijk bestaan hebben. Het kan toch voor vele winkeliers om verschillende redenen van groot belang zijn te weten naar welk adres, zowel in als buiten de gemeente, hun klanten zijn verhuisd en ditzelfde geldt voor tal van verenigingen(men denke aan de vaak moeilijke inning van contributies). Om soortgelijke redenen is het natuurlijk ook gewenst, dat in de krant wordt gepubliceerd welke personen zich in de gemeente hebben gevestigd. Spreekster verzoekt het college daarom een regeling te treffen, waarbij aan de door haar naar voren gebrachte wens tegemoet wordt gekomen en waarmede vele ingezetenen en plaatselijke verenigingen zullen zijn gebaat. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 334