- 9 december 1959 - 170. nieuwe ingezetenen kan opvangen en de breuk met de oude gemeenschap kan omzetten in een band met de nieuwe gemeenschap. Bij het verhuizen van mensen van het platteland naar de stad - die mutatie komt namelijk veel meer voor dan het omgekeerde; daarover bestaat dan ook veel meer literatuur - ziet men heel veel, dat de mensen in hun oorspronkelijke woon plaats trouw lid waren van een bepaalde groepering, vereniging of kerk genootschap, terwijl zij zich in hun nieuwe omgeving vreselijk verloren voelen en gei'soleerd komen te staan, omdat zij niet voldoende worden opgevangen door de verenigingen enz. Deze verschijnselen doen zich na tuurlijk ook voor bij mensen, die van een stad naar het platteland verhui zen, waarbij spreekster overigens niet Soesterberg tot het platteland wil rekenen De VOORZITTER gelooft, dat deze problemen zich vooral, althans in veel heviger mate voordoen in de grote steden, waar men geheel nieuwe wijken voor een 20.000 inwoners ontwerpt. Daarin komen mensen vanuit de oude stad, maar voor een belangrijk deel ook van daarbuiten. Daar dreigt heel sterk het gevaar van isolatie en vereenzaming en daardoor ook van massaficatie van de bevolking. In Soesterberg ligt dit natuurlijk onein dig veel gunstiger, omdat het daar ten slotte een uitgroei van een oude kern betreft. Vanuit deze oude kern kan worden gewerkt. Bovendien zijn de aan tallen te Soesterberg veel geringer, terwijl voorts veel van de zich daar vestigende mensen een zekere binding hebben door middel van het werk. Met mevrouw Polet is spreker echter van oordeel, dat het gemeen tebestuur deze zaak nauwlettend dient te volgen en de verenigingen hand en spandiensten zal moeten bewijzen om het ze mogelijk te maken hun werk te doen. De heer PIEREN wil als voorzitter van de commissie dorpshuis Soesterberg gaarne een enkele opmerking hierover maken. Hij kan zich volledig verenigen met hetgeen hiervoor is gezegd. Soesterberg neemt een uitzonderingspositie in tengevolge van het grote aantal beroepsmilitairen dat daar woonachtig is. Ook voor het ministerie van defensie is het een grote zorg, hoe de beroepsmilitairen in de burgerlijke maatschappij, in het burgerlijke verenigingsleven kunnen worden opgenomen. Immers, de beroepsmilitairen hebben regelmatig hun welzijnsavonden, terwijl daarnaast in de verschillende kampementen de nodige kontaktavonden worden gehouden. Het grote probleem voor Soesterberg is meer het opvangen van de beroeps militairen in het normale verenigingsleven dan het opvangen van de nieuwe gewone burgers. De gewone burgers die zich te Soesterberg vestigen worden op de een of andere manier wel in het verenigingsleven betrokken. De heer Kalden weet dit ook wel van de voetbalclub. De beroepsmilitairen echter vormen sociologisch gezien een aparte klasse in Soesterberg. Op verzoek van het gemeentebestuur is de provinciale dienst voor maatschappelijk werk bezig met een onderzoek om te zien, in hoeverre de bouw vanhet dorpshuis te Soesterberg kan worden bespoedigd. De heer DE BRUIN juicht het door mevrouw Polet gedane voorstel van harte toe, speciaal ook in verband met de grote plannen die Soest te wachten staan. Het verheugt hem, dat de voorzitter het voorstel van mevrouw Polet heeft overgenomen. Spreker denkt in dit verband niet alleen aan de nieuwe inwoners, maar ook aan de huidige inwoners van Soest. Hij denkt bij voorbeeld aan de voor lichting, Zou het niet mogelijk zijn om aandeplannen voor het toekomstige Soest van gemeentewege wat meer publiciteit te geven? Aangenomen moet toch worden, dat die plannen ook voor de huidige inwoners interessant zijn. Men leest in de krant weliswaar de verslagen van de gemeenteraadsverga deringen; maar kan niet, gelijk ook in andere gemeenten wordt gedaan, eens een persconferentie worden gehouden om aan de pers gegevens te verstrek ken over de toekomstplannen van Soest? De VOORZITTER zegt, dat de gemeente wel eens een persconferentie heeft gehouden. Met persconferenties moet men echter voorzichtig zijn in deze zin, dat men ze niet te dikwijls moet houden. De pers heeft alleen be- - langstelling -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 340