- 21 januari 1959 - 19. gedeelte der gemeente, waar de tuinen niet zo breed zijn en waar het meeste voetgangersverkeer is, het voetpad voor het huis schoonmaken. De heer HILHORST merkt op, dat de heer Grift begrip toonde voor het feit, dat op de buitenwegen niet zoveel aan sneeuwruimen wordt gedaan. Spreker hoopt echter, dat daar toch wel zoveel aan zal worden gedaan, dat de bewoners aldaar niet zodanig worden geïsoleerd, dat dit hongeroedeem tot gevolg heeft. De voorzitter heeft zoals gebruikelijk de raad aan het begin van deze eerste vergadering van het jaar toegesproken. Hij heeft daarbij enige cijfers geproduceerd, die spreker hebben doen schrikken. Daarna heeft de heer de Bruin vragen gesteld over het aantal aan Soest toegewezen woningen. De voorzitter heeft daarop geantwoord, dat deze toewijzing is gebaseerd op een onjuiste opvatting bij de provincie over de verstrekte gegevens. De voorzitter hoopte, dat Soest nog een extra toewijzing zou krijgen uit de reservepot. Haar sprekers oordeel is het de provincie toegewezen aantal woningen echter niet zoveel groter dan het aantal dat de provincie de ver schillende gemeenten weer heeft toegewezen. Die reserve kan z.i. dan ook niet zo groot zijn. Men spreekt wel veel over de randstad Holland en over het afrem en van de groei der grote steden. Amsterdam krijgt echter meer woningen toegewezen dan de gehele provincie Utrecht. Daaruit blijkt dat men theoretisch wel spreekt over het afremmen van de groei der grote steden, maar in de praktijk anders handelt. Daarom vraagt spreker zich af, of het wel juist is zich als gemeente te wenden tot de provincie. Het zou wellicht beter zijn pogingen aan te wenden cm de provincie als zodanig een hogere toewijzing te doen toekennen. De cijfers wijzen uit, dat er ten aanzien van de woningnood eerder een achteruitgang dan een vooruitgang plaats heeft. Daar moet toch verandering in komen. Ten slotte zegt spreker te menen namens de gehele raad te spreken, wanneer hij de voorzitter dank zegt voor de wensen die deze de raadsleden heeft doen toekomen. Wij als raad - zo zegt spreker - willen u, mijnheer de voorzitter, wederkerig het allerbeste toewensen en de hoop uitspreken, dat de sfeer en de samenwerking in de raad dezelfde zullen blijven als tot nu toe. De VOORZITTER dankt de heer Hilhorst voor diens laatste woorden. Vervolgens zegt hij, dat aan de provincie een bepaald aantal woningen wordt toegewezen, die zij zelf maar moet zien te verdelen over de gemeenten. Haar de sleutel van de verde ling kijkt het rijk niet. Spreker gelooft niet dat de gemeente het rijk om een grotere toev/ijzing aan de provincie moet vragen. Dit is een taaie voor de provincie en zij doet het ook. Want zij weet wel, dat er in de provincie een zeer grote woningnood is. Maar het onbevredigende is dat Soest in ver houding tot zijn woningnood te weinig heeft gekregen. De gehele provincie heeft te weinig gekregen en van dat te weinig heeft de gemeente Soest nog weer een te klein gedeelte gekregen. Spreker meent dat de provincie rond 25^ heeft achterge houden; dat is toch een heel aantal] De wethouder VAïï ZADELHOFF deelt mede, dat aan de pro vincie 2500 woningen zijn toegewezen voor het jaar 1958 en 2250 voor het jaar 1959, waarvan 1800 woningen zijn uitgegeven. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1959 | | pagina 38