-18 februari 1959 - 28.
een andere groepering der bouwblokken zal worden verhoogd
van 60 tot 72 woningen.
Het is gebleken, dat Soest met zijn opgave over het
aantal samenwoningen zeer netjes is geweest in vergelijking
met andere gemeenten. Dit heeft ten aanzien van de toewij
zing van het bouwvolume enigermate parten gespeeld.
Hierop wordt het voorstel aangehouden.
Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor het
maken van een bouwplan (Sec.-1363).
De heer KALDEN kan zich niet zonder meer verenigen met
het voorstel van het college om ook de 250 premiewoningen
bij voorbaat onder architectuur van de heer van Embden te
plaatsen. Uit de omschrijving van het agendapunt concludeert
hij, dat het de bedoeling van het college is dit plan te
zijner tijd in zijn geheel uit te besteden aan een of meer
grote bouwmaatschappijen. Hij vraagt zich af, of men ook
nog niet duidelijk moet laten uitkomen, dat de belangstel
ling van v/elke particuliere architect of bouwer ook welkom
blijft mits deze maar net plannen voor de dag komt van
vergelijkbare waarde. Een verklaring in deze geest van het
college zou naar sprekers overtuiging de publieke opinie
veel goed doen. Spreker hoopt dan ook, dat de wethouder van
openbare werken zich alsnog in deze zin zal willen uitlaten.
Z.i. zou het particulier initiatief, dat toch reeds in het
gedrang komt door de vele overheidsbemoeiingen, hierdoor
sterk bevorderd kunnen worden. Uit de raad zijn reeds meer
malen waarschuwende stemmen opgegaan om het particuliere
initiatief bij de bouw van premiewoningen niet te verwaar
lozen.
De heer DIJKSTRA had in gelijke zin als de heer Kalden
willen spreken. Het voorgelegde plan heeft zeer aantrekkelijke
kanten. Het plan om een opdracht te geven aan iemand van
erkende bekwaamheid is bijzonder aantrekkelijk om te over
wegen. Aan de andere kant is er echter het bezwaar aan één
architect het ontwerpen van alles op te dragen, waardoor men
in de premiesector niet de minste vrijheid heeft andere
inzichten tot uiting te laten brengen. Daardoor ontstaat een
eenzijdige bebouwing. Met de heer Kalden is spreker van
oordeel, dat men eveneens kansen moet openlaten voor andere
architecten, die ook ter plaatse wel zijn te vinden.
Mevrouw POLET-Musler acht het juist zeer aantrekkelijk
één groot geheel te kunnen opzetten. Zij dringt er met de
meeste klem op aan dit gehele complex in één hand te laten
houden.
Toen men in de financiële commissie vernam, dat de
financiële toestand der gemeente niet zo rooskleurig is
als men bij de behandeling van de begroting dachtis de
vraag gerezen, of de gemeente het zich wel kan permitteren
dit werk door een ander te laten doen en of zij niet voor
deliger uit zou zijn wanneer zij dit bouwplan zelf zou op
stellen. Door het niet in eigen hand te houden, verliest de
gpmeente het voordeel later iets van de kosten terug te
krijgen. Misschien kunnen nadere mededelingen in deze worden
gedaan?
De heer ELBERTSE vraagt, welke overwegingen er toe
hebben geleid, dat de heer van Embden is aangezocht om dit
plan te ontwerpen. Is een tijdslimiet gesteld, waarbinnen
het plan gereed moet zijn?
- De -