- 22 april 1959 - 49.
De heer HILHORST verheugt het, dat deze verkoop nu
eindelijk zal doorgaan. De hij de tuinen van de huizen ge
trokken grond is nimmer verhuurd geworden. Dat de mensen
dit stukje niemandsLand in gebruik hebben genomen, vergeeft
spreker ze gaarne, want zonder deze ingebruikneming zou er
een vuilnisbelt van zijn gemaakt. Hij is er echter van
overtuigd, dat deze grond wederrechtelijk bij de tuinen is
ingelijfd en dat er in deze geen enkele huurovereenkomst
bestaat. Hij geeft er de voorkeur aan deze grond te verkopen
aan iemand die praktisch niet langs zijn huis kan komen in
plaats van de grond te laten dienen ter vergroting van de
tuinen. De een vindt een dergelijke vergroting van zijn
tuin wel prettig. De praktijk heeft echter uitgewezen, dat
deze vergroting er ook toe kan leiden, dat de wildernis in
de tuinen nog groter wordt. Spreker staat volledig achter
het voorstel van B&W en juicht het toe, dat in deze jaren
lang getraineerde zaak eindelijk recht wordt gedaan.
De heer BROUWER heeft in de commissie grondbedrijf en
uitbreidingsplan geen op- of aanmerkingen ten aanzien van
dit voorstel gemaakt, aangezien hij hierover niet voldoende
geïnformeerd was. Gisteren heeft hij de situatie ter plaatse
in ogenschouw genomen. Daarbij is ook hij tot de conclusie
gekomen, dat de tekening van 1956 niet overeenstemt met de
huidige situatie.
Maar afgezien daarvan? alle huizen in deze wijk be
schikken over een achteruitgang en het zou dan moreel niet
juist zijn door de verkoop van de onderhavige grond één
blokje huizen in een uitzonderingspositie te plaatsen. Het
hebben van een achteruitgang is met het oog op de fietsen
bromfietsen en scooters van groot belang. Wanneer deze
voertuigen via het huis naar de schuur mee ten worden gebracht,
krijgt men beschadigingen. Spreker sluit zich aan bij het
standpunt van mevrouw Polet.
De heer DIJKSTRA heeft in de commissievergadering
evenmin iets over deze materie gezegd. Zoals dit voorstel in
de commissie ter tafel kwam, gaf het geen aanleiding tot
commentaar. Van de voorgeschiedenis van deze materie is in
de stukken niets terug te vinden, terwijl de bij de stukken
gevoegde kaart geen volledig beeld van de situatie geeft.
Vanmiddag heeft spreker zich in deze materie verdiept en
heeft hij ook het onderhavige terrein bekeken. Voor de
bewoners van de daar aanwezige zeven gemeentewoningen is het
van groot belang, dat het aan hun achtertuinen grenzende
laantje niet wordt vernauwd en gedeeltelijk zelfs verdwijnt
ter wille van de heer van Doorn, die toch bepaald niet
slecht behuisd is. De heer van Doorn kan langs de zijkant
van zijn huis zeer goed zijn schuurtjes enz. bereiken. Dit
voorstel houdt een wanverhouding in tussen de belangen van
de bewoners van deze zeven gemeentewoningen en die van de
heer van Doorn. Sprekers conclusie is, dat het redelijk is
de heer van Doorn te verkopend: ;rond\ stelijk van zijn ter
rein, terwijl de zuidelijk van zijn terrein bij het achter
laantje liggende grond niet moet worden verkocht. Hij be
twijfelt overigens, of de heer van Doorn met een dergelijke
transactie akkoord zal gaan. Blijkens een ter inzage gelegde
brief wil de heer van Doorn namelijk bf de voorgestelde
transactie bf niets.
- De -