-15 juni 1960 - 81. "Rekening houdend met een gemiddelde levensduur van 50 jaar voor de wo ningen, moeten ook de straten in de wijken kunnen beantwoorden aan de ver keer sbehoefte gedurende die 50 jaar. Wie van deze wet meent te kunnen afwij ken, zal wrange vruchten plukken.". Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de autodichtheid de eerst komende tien jaar niet sterk zal toenemen. Een te krappe opzet der wegen kost naderhand ook zeer veel geld. Spreekster dringt er op aan bij komende uitbreidingsplannen met dit punt rekening te houden. De VOORZITTER zegt dat men goed moet onderscheiden: a. straten die bestemd zijn om verkeer te verwerken dat niet voor die straten is is bestemd en b. typische woonstraten waar alleen het verkeer komt dat voor die straten nodig is en waar de bewoners van de aan deze straten gelegen huizen hun auto mis schien voor het huis neerzetten. Spreker is van oordeel dat men over het algemeen een beter beeld verkrijgt, wanneer men de straten niet te gek breed maakt, maar parkeerhavens aanlegt. Dan behoudt de straat een mooier profiel. Wanneer men brede straten heeft, waar aan beide zijden wordt geparkeerd, krijgt men over het algemeen een lelijk beeld. Door het aanleggen van parkeerhavens krijgt men de mogelijkheid van parkeren zonder dat het doorgaande verkeer wordt gehinderd. In de Ko- ninginnelaan zijn vele winkels, die ook worden bezocht door mensen met een auto. Daarom zijn parkeerhavens hier juist heel goed op hun plaats. In de nieuwe wijken zal voor het beoordelen van het profiel van de straten naar de aard van de wijk moeten worden gekeken. Bij de flatgebouwen krijgt men op een bepaald punt van de straat een toegang tot een groot aantal woningen. Op dat punt zal een parkeergelegenheid moeten komen voor de bewoners en voor de bezoekers van die huizen. De straat zelf behoeft echter niet breed te zijn, daar zij behalve het verkeer van en naar de woningen geen verkeer te verwer ken heeft. Speeker gelooft alleen, dat men na de oorlog bij het maken van de straten te weinig rekening heeft gehouden met de omstandigheid, dat zoveel mensen een auto kopen zonder over een garage te beschikken. Deze mensen laten de auto voor hun woning op straat staan. Daar zal ten aanzien van de nieuwe wijken meer aandacht aan worden geschonken. Dit is dus eigenlijk meer een kwestie van het oplossen van het parkeerprobleem dan van het te nauw zijn van de straten op zichzelf voor het doorgaande verkeer. De straten zijn wel te nauw o1^ er aan beide zijden auto's te laten parkeren. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 118.Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de overname van gas leidingen etc. te Soesterberg (1-1624). Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aange nomen. 119.Voorstel tot intrekking van het uitbreidingsplan in hoofdzaken, regelende de be stemming van gronden gelegen in het landelijk gebied van de gemeente (1-1625). Mevrouw POLET-Musler merkt op dat in Soest-Zuid de laatste weken het gerucht de ronde doet, dat men bezig is gronden aan te kopen in het uitgespro ken landelijke gebied der gemeente. Wil men thans het onderhavige uitbreidings plan intrekken om dit aan te passen aan de plannen die er volgens deze geruchten met betrekking tot het landelijke gebied zouden bestaan? De VOORZITTERdëelt mede dat het intrekken van dit uitbreidingsplan uit sluitend een technische kwestie is. Het intrekken van dit uitbreidingsplan heeft beslist geen invloed op de mogelijkheid van verdere uitbreiding van de bebouwde kom te Soest-Zuid. De grens van de bebouwde kom van Soest-Zuid - en ook van Soestdijk - is indertijd met zeer veel zorg vastgesteld. Met het vaststellen van deze grens heeft men beslist op het oog gehad, dat die grens voor een lange reeks van jaren zal gelden. Er zijn daarom bij voorbeeld in de Bartolottilaan en de van Beuningenlaan geen openingen tussen de huizen gelaten, waar eventueel later een weg zou kunnen worden gelegd om het achtergelegen gebied te ontsluiten. Het is nooit de bedoeling geweest de gemeente in die richting uit te breiden. Over deze grens van de bebouwde kom is ook overleg gepleegd met de provincie in het kader van het streekplan. Het gemeentebestuur heeft absoluut niet het voornemen deze grens te verleggen. De reden van de door mevrouw Polet gereleveerde grondaankopen is spreker uiteraard niet bekend. Deze aankopen kunnen echter onmogelijk berusten op de overweging dat het mogelijk zou zijn de bebouwing in het betrokken gebied verder uit te breiden. Er zijn gemeenten, die in grote grondnood zitten in verband met

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 162