15 juni 1960 - 82. de stadsuitbreiding. Met betrekking tot die gemeenten zou nog de overweging kunnen gelden: Op dit moment wil men nog niet dat daar wordt gebouwd, maar op den duur moet de bebouwing toch verder gaan. Een dergelijke redenering gaat in het onderhavige geval niet op, in de eerste plaats omdat deze grens is vastgesteld na veel overleg en met het oog gericht op een verre toekomst en in de tweede plaats omdat elders in de gemeente nog in behoorlijke mate de moge lijkheid bestaat om de behoefte aan grond voor bebouwing op te vangen. De heer HILHORST merkt op dat de volksmond zegt dat het aantal voor bunga lows geschikte terreinen zo gering is, dat verwacht moet worden dat binnen korte tijd ook het door mevrouw Polet bedoelde gebied voor deze bouw zal worden gebruikt. Spreker vraagt zich af of de eerste opzet van het onderhavige plan wel juist is geweest en of men daarin niet te veel bijkomstigheden heeft laten opnemen, waardoor gedeputeerde staten niet akkoord kunnen gaan met het plan. Dit heeft tot gevolg dat thans de heer van Embden een nieuwe opdracht moet worden gegeven. Het lijkt weliswaar allemaal heel eenvoudig, maar deze gang van zaken betekent weer een groot uitstel. Het leek er op dat te Soest de grondpolitiek zodanig was gewijzigd, dat men het vertrouwen kon hebben dat de zaken, wat de woningbouw betreft, wat vlotter zouden lopen. Spreker komt echter tot de overtuiging, dat men weer dezelfde weg als vroeger opgaat. Het bouwvolume voor Soest houdt in dat er dit jaar nog 56 woningwetwoningen kunnen worden gebouwd. Bovendien is door de raad besloten dat bij het plan voor het gebied tussen Dalweg en Molenstraat tegelijk met de wo ningwetwoningen ook andere woningen zouden kunnen worden gebouwd. De raad wordt voorts telkens voor het feit geplaatst, dat de ontruimingstermijn voor om- bewoonbaar verklaarde woningen moeten worden verlengd, doordat men in de on mogelijkheid verkeert de bewoners van deze huizen andere woonruimte toe te wijzen. Spreker vraagt zich af of dit nu wel nodig isDe vraag is al zovaak gestekt Waarom is het juist de gemeente Soest waar dit altijd gebeurt. Verschillende malen heeft spreker getracht duidelijk te maken, dat het juist de gemeente Soest en ook de gemeenten Zeist en Baarn zijn, ten opzichte waarvan de desbetreffende instanties eigenlijk het standpunt gaan innemen; De praktijk leert dat in deze gemeenten de realisering van het bouwvolumwe zo danig gaat, dat wij net zo goed nog even met de toewijzing van woningen kunnen wachten. Wanneer men nagaat de hoeveelheid te bouwen woningen waarvoor bouwvolume aanwezig is en men ziet de situatie te Soest om te kunnen bouwen,dan is de toestand inderdaad zeer betreurenswaardig. Spreker heeft er reeds zo vaak op gewezen dat in andere gemeenten wegen, riolering enz. reeds volledig aanwezig zijn voor in de toekomst te bouwen woningen. De in Soest te bouwen huizen zullen op de Eng moeten komen. Voordat de oogst van de Eng af is, is het reeds novem ber. Dit betekent dat men op zijn vroegst het volgend jaar daar kan gaan werken. Spreker vraagt zich af of men - mede gezien de zeer grote woningnood te Soest - niet een andere werkmethode moet gaan volgen dan tot nu toe en er voor dient te zorgen dat de bouwterreinen aanwezig zijn, wanneer de mogelijkheid tot bouwen er is Spreker hoopt dat in de nieuwe opdracht aan de heer van Embden alleen wordt opgenomen hetgeen direct noodzakelijk is en dat bijkomstigheden, die vertragend kunnen werken, er zoveel mogelijk worden uitgehouden. De VOORZITTER zegt dat de gemeente uiteraard zal proberen met alle haar - ook via het uitbreidingsplan - in handen gegeven middelen de nodige gronden met de meest mogelijke voortvarendheid in eigendom té verkrijgen en deze gron den, wanneer zij die in handen heeft, ook bijtijds bouwrijp te maken. Wat de woningbouw op dit moment betreft, wijst spreker er op dat het mini sterie het de gemeente beschikbaar gestelde contingent dan pas laat realiseren, wanneer het van oordeel is dat dit in het gehele kader van de arbeidsmarkt moge lijk is. Spreker gelooft in dit verband dat men er niet op kan rekenen dat men vdór september verder zal mogen gaan met de realisering van het contingent. Het is niet zo dat de gemeente meteen in januari het gehele haar toegewezen bouwvo- - lume -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 164