- 21 september 1960 - 119. Tien jaar geleden zou spreker het misschien met de heer Elbertse eens zijn geweest. Het inkomenpeil te Soest is de laatste jaren echter sterk aan het veranderen. Door de bedrijven die zich hier hebben gevestigd, zijn te Soest meer mensen met betere inkomens gekomen. Spreker doelt niet op mensen die van hun geld leven, maar op mensen met zodanige inko mens dat zij een duurdere woning kunnen kopen of huren. De heer ELBERTSE: Is de door de wethouder bedoelde grond dan nog niet in het bezit der gemeente? De wethouder VAN ZADELHOFF merkt voorts op, dat het verschil tus sen onteigening via de Wederopbouwwet en onteigening via artikel 77 van de Onteigeningswet wat de lengte van de procedure betreft slechts enkele maanden scheelt. Maar het vervroegd in bezit nemen der grond bij ontei gening via de Wederopbouwwet acht hij een belangrijk ding. De heer ELBERTSE: Ik vind de noodzaak daartoe in dit geval echt niet aanwezig. De wethouder VAN ZADELHOFF: Ik wel Mevrouw POLET-Musler merkt op dat in de loop van het gesprek tussen de heren Elbertse en van Zadelhoff naar voren is gekomen, dat men de woningnood landelijk moet bekijken. Daar is zij het wel mee eens. Dit neemt echter niet weg, dat de op het onderhavige terrein te bouwen huizen niet in overgrote getale zullen dienen tot leniging van de woningnood, zowel landelijk als plaatselijk. Deze woningen zullen wel wegkomen, maar de woningnood - zowel landelijk als plaatselijk - ligt in een geheel andere prijs klasse. En dat mag men nooit vergeten, wanneer men over deze zaken spreekt. Met het bouwplan voor de onderhavige grond heeft spreekster slechts ingestemd, omdat vastlag dat daardoor aan de vraag naar middenstands- woningen zou worden voldaan. Zij behoudt zich echter volkomen het recht voor om tegen deze plannen te stemmen, zodra dit niet meer het geval is en de betrokken bouwers hun toezegging niet meer gestand doen. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat dit met het onderhavige voor stel dus niets heeft te maken. Wanneer de grond verkocht wordt, kan men zeg gen: Ik wil de grond niet verkopen, indien daaraan niet de voorwaarde wordt verbonden dat zoveel huurwoningen worden gebouwd. De betrokken bouwers hebben echter vooraf al gezegd deze huurhuizen te willen bouwen. De kwestie van het intrekken van de premieaanvrage kan spreker op het ogenblik nog niet precies overzien. Dit is allemaal op korte termijn geschied. Hij weet echter helemaal niet of de bouwers niet opnieuw een pr emieaan vrage voor de vijftig huurwoningen zullen indienen. De heer ELBERTSE: Dan moeten het A-woningen worden en die passen niet in dit plan. De wethouder VAN ZADELHOFF: Die passen hier wel in, namelijk in de zijstraten. De heer ELBERTSE: Dan is hetgeen in de stukken staat onjuist. In de stukken is namelijk sprake van middenstandswoningen en middenstands- woningen zijn m.i. veel rianter dan A-woningen. Een A-woning is geen middenstandswoning De wethouder VAN ZADELHOFF ze dat een A-woning in de huur- klasse een woning is, die in de gemeente Soest een gemiddelde huur mag hebben van 70,-- per maand. Daarvoor kan men inderdaad niet veel bouwen. De praktijk is echter, dat door een aantal koopwoningen en daar naast enkele huurwoningen te bouwen het een bouwer vaak mogelijk is toch behoorlijke A-woningen tot stand te brengen. Wie dan het gelag betaalt, moet men zelf maar uitmaken. Daar behoeft men zich als gemeentebestuur niet mede te bemoeien. Het is op het ogenblik alleen de vraag, wanneer de huurwoningen tot stand zullen komen. Dat dit een vraagpunt is, ligt niet aan de aannemers en ook niet aan de gemeente. Dit heeft echter met het onderhavige voorstel niets te maken. Wanneer de gronden zullen worden verkocht, dan weet men hoe de zaak precies ligt en kan men voorwaarden stellen. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 240