Nr, 9. NOTULEN - 19 oktober 1960 - 128. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad dei: gemeente Soest op woensdag, 19 oktober 1960, te 19.15 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer mr. S.P. Baron Bentinck. SECRETARIS: de heer J. J. J.M. Festen. Tegenwoordig de leden: J.van den Arend, J.W.D, Berkelbach van der Sprenkel J.E.Brouwer, J.K. de Bruin, drs. L.JDijkstra, B.H.A, Elbertse, mevrouw E.C. van Goor-Cleton, P. Grift, D. de Haan, A. P. Hilhorst, J.H.Hom, J.G, Kalden, H. C. Klarenbeek, mevrouw M. H. B, Muur ling-Voorthuis, dr. D.J.P. Oranje, P. C. Pieren, mevrouw S.M. Polet-MuslerP.R.van Roomen, P.H. Versteijne en drs. W.G, van Zadelhoff. Afwezig met kennisgeving het lid: K.de Haan» De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de ge bedsformule. Vervolgens deelt hij mede dat wethouder K. de Haan wegens ziekte de vergadering niet kan bijwonen. Ingekomen stukken. a. Schrijven d.d, 3 oktober 1960 van de Stichting Gezondheidsdienst voor Pluimvee te Soesterberg en de heer JCv. d. Vloodt te Soesterberg waarin wordt medegedeeld dat het verzoek d.d. 2 augustus 1960 om weg nr.37 (onbenaamd) aan het openbaar verkeer te onttrekken wordt ingetrokken. Dit schrijven wordt aangenomen voor kennisgeving. b. Brief van mej. M.Sluzewski d.d. 27 september 1960 inzake bezwaren tegen voorwaardelijk verleende vergunning aan D.H.Eijsink met voorstel deze brief in handen te stellen van burgemeester en wethouders. Mevrouw PO LET-Musier wil deze aangelegenheid aangrijpen om er op te wijzen hoe gevaarlijk het is van die kleine bedrijfjes in een woonwijk te laten beginnen. Volgens wethouder van Zadelhoff is deze buurt in het uitbreidingsplan bedoeld als de gouden rand van Soest. En daarin past toch niet een bedrijfje. Soest heeft gemengde wijken waar een dergelijk bedrijfje wel kan worden ge vestigd, terwijl er voor grotere bedrijven zelfs een industrieterrein is. Spreek ster dringt er op aan dat het college bevordert en er op toeziet dat dergelijke bedrijfjes worden verplaatst naar de buurten waar ze thuishoren. De VOORZITTER is het er volkomen mede eens dat het hier een voor beeld betreft van plaatsing van een bedrijfje in een omgeving waar het niet hoort en waar het achteraf tot grote moeilijkheden aanleiding geeft. Het college is in dit opzicht thans heel voorzichtig, ook gedwongen door het uitbreidingsplan. Op het ogenblik zou niet meer mogelijk zijn hetgeen in het onderhavige geval in het verleden is gebeurd, namelijk de vestiging van een bedrijf in een uitgesproker woonwijk. Men is zelfs zeer voorzichtig met het toestaan van een extra grote garage, omdat daarbij het gevaar kan bestaan dat er zich later een bedrijf in vestigt. De heer BROUWER vraagt hoeveel malen mejuffrouw Sluzewski al be zwaren heeft ingediend. Is het noodzakelijk dat het college regelmatig op deze bezwaren reageert? De VOORZITTER weet niet precies hoeveel malen bezwaren zijn inge diend, Dit is wel heel wat keren het geval geweest. Een gedeelte van deze be zwaren is ingediend overeenkomstig de procedure van de Hinderwet. Wanneer er een hinderwetaanvrage is, hebben de omwonenden namelijk gelegenheid be zwaren in te dienen Daarnaast zijn er ook naar aanleiding van ondervonden hinder bezwaren naar voren gekomen. Het betreft hier een verzoekschrift aan de raad, die echter geen bemoeienis met deze zaak heeft. Daarom wordt voorge steld dit schrijven te stellen in handen van B&W. Tot nu toe heeft het college steeds aandacht besteed aan deze bezwaren, Hoewel die wel eens een herhaling waren van oude feiten zonder dat daarbij nieuwe gezichtspunten naar voren werden gebracht. Het blijft hier echter een - buitengewoon -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 260