- 19 oktober 1960 -
129.
buitengewoon vervelende en moeilijke situatie. Spreker gelooft dat adressante
niet geheel begrijpt wat volgens de Hinderwet toegestaan kan worden en wat
geweigerd moet worden. De Hinderwet spreekt van "ernstige hinder" en niet
van "iedere hinder". De ingebrachte bezwaren betreffen echter wel eens iedere
hinder. Door haar beroep weegt de hinder voor de betrokkene - doch dat is
een zuiver subjectieve factor- natuurlijk veel zwaarder dan normaal het geval
is
De heer HILHOR5T hoopt dat bij het college niet de mening bestaat,
dat de gehele raad er zo over denkt als mevrouw Polet. Hij gelooft dat men
zeer voorzichtig moet zijn met het verplaatsen van bedrijven die volgens
mevrouw Polet welmaar die volgens spreker helemaal niet op het industrie
terrein thuishoren. Anders komt het straks nog eens zover, dat wanneer er
een haan kraait, de betrokken boer op grond van het veroorzaken van hinder
naar het industrieterrein wordt verwezen'. Men leeft te Soest in een gemeente
waar gewerkt moet worden. Spreker hoopt dat het college daar goed rekening
mede zal houden.
De VOORZITTER merkt op dat mevrouw Polet niet heeft gesproken
over verwijzing naar het industrieterrein. Mevrouw Polet heeft zelfs genoemd
gemengde wijken. Dat zijn wijken waar zowel woningen als bedrijven zijn toe
gestaan. Het begrip "gemengde wijk" bestaat eigenlijk niet meer. Het betreft
meer binnenterreinen en ten opzichte van deze terreinen denkt men aan de
vestiging, niet van uitgesproken industrieën, maar wel van ambachtsbedrijven
die er in een bepaalde wijk ook dienen te zijn. De moeilijkheid is dat vele
industrieën zeer klein beginnen. Wanneer een bedrijf zich gaat ontwikkelen tot
een industrie, moet het worden verwezen naar het industrieterrein. In het
onderhavige geval betreft het een uitgesproken woonwijk aan de rand van een
natuurterrein. In deze wijk vestigen zich de mensen juist omdat zij geen industri
in de omgeving willen hebben. Er mag hier volgens het uitbreidingsplan ook geen
industrie komen. Men zit in het onderhavige geval echter met een erfenis uit
het verleden.
De heer HILHORST: Als het zo wordt bedoeld, heb ik er vrede mee;
maar anders beslist niet',
c. Ontwerp-rekening over het dienstjaar 1959 van het Gasbedrijf Centraal
Nederland met het voorstel van burgemeester en wethouders hiermede akkoor
te gaan.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van B&W.
190. Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in art. 72 van de Dager-
onderwijswet 1920 aan:
a. het bestuur van de Stichting Engendaalschool voor de aanschaffing van 60
sets en van meubilair t.b.v. de van der Huchtschool voor u.l.o.;
b. het R.K. schoolbestuur te Soest voor aanschaffingen en enige voorzieningen
t.b.v. de R.K. meisjesschool voor g.l.o.;
c. het R.K. schoolbestuur te Soest voor de aanschaffing van meubilair en
leermiddelen t.b.v. de R.K. school voor u.l.o. alhier;
d. het bestuur van de vereniging "De School met den Bijbel" te Soest voor divers
voorzieningen t.b.v, de Chrschool voor u.l.o. alhier.
Deze voorstellen worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
191 .Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanleg van een ge
deelte van de Larixlaan en de Gentiaanlaan.
De heer HILHORST zegt dat tijdens de vergadering van de commissie
openbare werken nog niet aanwezig waren de stukken die naderhand voor de
raadsleden ter inzage zijn gelegd. Door deze wegenaanleg zullen vijf percelen
grond ter beschikking komen voor de verkoop. Blijkens de staat van kosten is
voor lonen uitgetrokken 4.200,-- plus 75% sociale lasten. Nu weet hij wel dat
de sociale lasten een belangrijk gedeelte van de loonkosten uitmaken, maar
deze sociale lasten van 75% van het loonbedrag komen hem toch te hoog voor.
- Hoe -