-19 oktober 1960 -
134.
De heer VAN DEN AREND merkt op dat wanneer het vreemdelingen
verkeer voordeel van uitbreiding van het aantal vergunningen wil hebben, het
zaak is dat de vergunningen terechtkomen bij bonafide en goede bedrijven,
die ook voor het vreemdelingenverkeer iets te betekenen hebben. Het grote
bezwaar van de lijst, waaraan men is gebonden, is dat wanneer de raad uit
breiding van het aantal vergunningen aanneemt, hij niet weet waar de nieuwe
vergunningen terechtkomen. Het gevaar bestaat dat men voorbijschiet het
doel, met het oog waarop men deze uitbreiding aanvraagt.
De VOORZITTER zegt dat dit voor een deel zal afhangen van de activi
teit van degenen die graag een vergunning willen hebben en die een gelegenheid
exploiteren waar een vergunning thuishoort. Wanneer het aantal vergunningen
wordt uitgebreid, is er voor deze mensen ten minste een mogelijkheid een
vergunning te krijgen, terwijl op het ogenblik die mogelijkheid is uitgesloten.
Maken de betrokkenen geen gebruik van deze mogelijkheid, dan gebeurt inder
daad niet hetgeen het gemeentebestuur zich met deze uitbreiding van het aan
tal vergunningen voorstelt. Het is inderdaad een enorm kromme stok, waarmede
men hier moet werken.
De heer HILHORST: Maar dat ligt niet op ons terrein. Dan moeten de
mensen van het hotelwezen maar door middel van hun organisaties trachten een
bevredigende wijziging van de Drankwet te verkrijgen. Het is echter zeker
dat er niets gebeurt, wanneer de raad niet tracht uitbreiding van het aantal
vergunningen te verkrijgen.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
200. Voorstel tot het benoemen van een onderwijzer aan de openbare school voor
u.l.o. alhier.
De VOORZITTER verzoekt de heren D. de Haan en Versteijne met hem
het stembureau te vormen.
Met algemene (20) stemmen wordt benoemd de heer T.Krips.
De VOORZITTER dankt de heren D, de Haan en Versteijne voor de ge
nomen moeite.
201 .Voorstel tot het verlenen van een krediet voor algehele vernieuwing van het
Soester Natuurbad.
De VOORZITTER merkt op dat in de voordracht staat dat "het niet
uitgesloten moet worden gedacht, dat binnenkort de rijks goedkeuring voor de
vernieuwing van het bad zal afkomen". Het verheugt hem bijzonder te kunnen
mededelen, dat de rijks goedkeuring inmiddels is afgekomen. Wanneer de
raad het voorstel aanneemt, kan dus bij wijze van spreken onmiddellijk met de
uitvoering worden begonnen.
De heer HILHORST zegt dat het de gehele raad groot genoegen zal doen
dat deze goedkeuring thans is gafgekomen. Dit neemt niet weg dat met deze
verbetering - al zal een groot gedeelte van de kosten ervan uit de reserve kun
nen worden geput - een groot bedrag is gemoeid. De financiële verhouding
tussen het rijk en de gemeenten ondergaat een belangrijke verandering. Het is
toch niet de bedoeling van het college om zich met het oog daarop op het stand
punt te stellen, dat, om de begroting sluitend te maken kapitaalswerken ten al
gemene nutte verder maar wat moeten worden afgeremd? Spreker zou gaarne
de toezegging van het college ontvangen, dat dit ook in de toekomst zal doorgaan
op dezelfde weg als het met het onderhavige voorstel is gegaan.
De VOORZITTER zegt dat het hier inderdaad om een groot krediet gaat.
Dat is op zichzelf geen bezwaar. Een krediet kan zelfs winst opleveren. Het
onderhavige krediet is er echter een, waaruit een nadelig saldo zal voortvloeien
Dit zal het sluitend maken van de begroting moeilijker doen zijn. De raad heeft
desondanks destijds besloten dit krediet te verlenen, omdat hij er van over
tuigd was, dat hij zijn plicht zou verzaken, wanneer hij dit niet zou doen.
Dat de mogelijkheid tot realisering van dit project is verkregen, wil niet zeg
gen dat het college van oordeel is dat, omdat deze verbetering een verzwaring
van de begroting betekent, andere evenzeer absoluut noodzakelijke voorzie
ningen achterwege moeten blijven. Aan de ene kant moet de gemeente zuinig
zijn en streven naar een sluitende begroting. Anderzijds zal het gemeentebe
stuur, wanneer het niet met een sluitende begroting kan komen omdat absoluut
noodzakelijke voorzieningen moeten worden getroffen, de hogere instantie
- duidelijk -