19 oktober 1960 135. duidelijk moeten maken dat de gemeente meer armslag dient te krijgen en dat de begroting door een hogere rijks uitkering weer sluitend moet worden gemaakt. In zoverre verandert dus niet het beleid van het college. Overigens doet het college alleen maar voorstellen, terwijl de raad uiteindelijk de besluiten neemt. B&W zijn erg blij dat de onderhavige noodzakelijke voorziening thans gereali seerd zal worden. Dit betekent echter geenszins dat andere, evenzeer nood zakelijke voorzieningen achterwege zullen kunnen blijven. Daaraan moet men doorwerken. Aan de andere kant zal men zich ten opzichte van iedere uitgave dienen af te vragen, of die geen luxe, doch absolute noodzaak is. De wethouder ORANJE: En niet uitstelbaar l De VOORZITTER: Inderdaad. Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De VOORZITTER stelt verder voor het college te machtigen dit project onderhands aan te besteden. Er worden op het ogenblik door de Nederlandsche Heidemaatschappij reeds besprekingen gevoerd met een aannemer. De heer HILHORST vraagt zich af of het wel juist is dat de voorzitter thans dit voorstel doet. In de commissie openbare werken is indertijd gezegd dat het krediet moest worden verleend, maar dat op deze aangelegenheid in de commissie zou worden teruggekomen. De voorzitter noemt thans de Heide maatschappij. Het is de vraag of die nu wel zo'n buitengewoon voordelig lichaam is voor de uitvoering van dit werk. Spreker zou gaarne zien dat de com missie openbare werken werd gehoord, voordat men een definitieve beslissing in deze neemt. De VOORZITTER zegt dat het jammer is, dat wethouder K. de Haan, die van deze aangelegenheid geheel op de hoogte is, thans niet aanwezig is. De Heidemaatschappij heeft de opdracht gekregen het plan te maken. Dit heeft zij ook gedaan. De Heidemaatschappij voert het project echter niet geheel zelf uit. Het plan valt uiteen in zeer verschillende objecten: het grondwerk, de bouw van cabines, het machinegedeelte enz. De Heidemaatschappij onderhandelt met een aannemer voor het bouwkundige gedeelte, Zo zullen verschillende on derdelen onderhands worden aanbesteed aan die aannemers of fabrieken, die deze werken het voordeligst kunnen uitvoeren. Er is echter geen enkel bezwaar tegen deze aanbestedingen met de commissie openbare werken te behandelen. Het betreft hier echter niet een object dat in zijn geheel openbaar kan worden aanbesteed. De heer DIJKSTRA vraagt op welke gronden het college meent dat dit object niet voor openbare aanbesteding in aanmerking komt. Onderhandse aan besteding betekent toch een afwijking van de stelregel, dat openbare aanbeste ding in het algemeen de voorkeur verdient. De VOORZITTER zegt dat de ervaringen met openbare aanbestedingen op het ogenblik niet erg gunstig zijn. Daar komt bij dat dit object is samen gesteld uit vrij veel totaal verschillende werkzaamheden. Zou men het open baar aanbesteden, dan zou de aannemer, die het werk krijgt, het weer voor een groot gedeelte moeten onderaanbesteden. De heer DIJKSTRA: Dat is toch een gewone zaak? De VOORZITTER: Ja, maar hier zou voor een zeer groot gedeelte van het project onderaanbestedingen moeten plaatsvinden. De verwachting van de deskundigen op dit gebied is, dat men dan veel en veel duurder zou uitkomen dan bij onderhandse aanbesteding. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het in dit geval wel heel erg moeilijk is om tot openbare aanbesteding over te gaan. De gemeente is met de Heidemaatschappij in zee gegaan. De Heidemaatschappij heeft het plan ge maakt. Voor de aanleg van een zwembad heeft men niet, zoals bij de woning bouw, voor het laten ontwerpen van een plan de keuze uit honderden architecten en heeft men evenmin de keuze uit honderden of duizenden aannemers die op grond van het gemaakte plan de bouw kunnen uitvoeren. Voor de uitvoering van het onderhavige project moet men 6f naar een bepaalde combinatie die op het gebied van de bouw van zwembaden wat gedaan heeft - en dit is de gemeente onttaden - öf men komt terecht bij de Heidemaatschappij, die in deze een zeer grote ervaring heeft. r> -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 274