- 19 oktober 1960 - 144. De heer DIJKSTRA: Ik heb ook uitdrukkelijk gezegd het ruimer te zien dan alleen de investeringen. De VOOR.ZITTER zegt dat er dan een aparte staat zou moeten komen van te garanderen geldleningen. Dat is echter van geen enkel belang. Het gaat hier in de eerste plaats om de vraag in hoeverre de gewone dienst wordt beihvloed. Wanneer de investeringen geen invloed op de gewone dienst hadden, zouden zij uit financieel oogpunt niet eens interessant zijn. De investeringen zijn uit financieel oogpunt alleen interessant met het oog op hun invloed op de gewone dienst. Het garanderen van geldleningen heeft echter voor geen cent invloed op de gewone dienst. Door een lening te garanderen wordt de gemeente niet gedwongen iets anders na te laten. De onderhavige staat is echter een verlanglijstje, waarbij men zich dient af te vragen: Wat kan ge realiseerd worden en wat moet noodgedwongen worden verschoven, omdat het niet eerder financieel realiseerbaar is? DcicLr gaat het om. Het garanderen van de geldlening voor het bejaardentehuis behoort hierbij niet thuis. De heer DIJKSTRA begrijpt dit volkomen. Daarom heeft hij ook gezegd gaarne een urgentielijst te hebben gezien van beleidsvraagstukken in het al gemeen. En daar valt z.i. zeker onder het bevorderen van de totstandkoming van het bejaardentehuis. Hoe dat dan financieel moet worden afgewikkeld, doet voor hem niet ter zake. Hij wil echter dit punt thans verder ter zijde laten, niet omdat het minder belangrijk is, maar omdat de voorzitter zich beperkt tot het investeringsplan. Uit praktische overwegingen wil spreker zich daaraan houden. Als volgend punt zou hij dan een hogere prioriteit willen toekennen aan de verbetering van de toegangswegen voor het industrieterrein, namelijk de Beckeringhstraat en het laatste gedeelte van de EikenhorstwegHetzelfde geldt voor de toegangswegen tot de stations Soest-Zuid en Soestdijk. Wanneer deze werken niet in 1961 kunnen worden uitgevoerd, moet zij z.i. uiterlijk in 1962 aan de beurt komen. Daar wil hij gaarne een voorstel van maken. De wethouder ORANJE acht het voldoende, wanneer de voorzitter aan de raad zou vragen, of de suggestie van de heer Dijkstra algemeen wordt ondersteund. Hij gelooft niet dat men hiervan besluiten moet maken. De VOORZITTER merkt op dat verbetering van de toegang tot het station Soestdijk wil zeggen verwezenlijking van het uitbreidingsplan wat be treft het politiebureau. Dit kan echter pas worden gerealiseerd, wanneer het nieuwe politiebureau er is en een stuk van de tuin van het huidige politiebureau kan worden gebruikt voor de verwezenlijking van het uitbreidingsplan. Het verbeteren van de toegangsweg naar het station is dan een betrekkelijk kleine voorziening. Op deze lijst zijn echter niet opgenomen al dergelijke kleine voorzieningen aan de wegen. De heer DIJKSTRA:r .waarvan echter het belang groot is'. De VOORZITTER: Inderdaad, maar op de gewone dienst van de begroting staat ieder jaar een post voor wegen. Daaruit kunnen dergelijke lopende zaken worden gefinancierd. Die lopen niet allemaal over de kapitaaldienst. Het betreft hier een punt, dat als alles meeloopt over een drie, vier jaar kan worde verwezenlijkt. Intussen zijn er op honderden andere punten in de gemeente voorzieningen aan de wegen te treffen. Die kan men niet allemaal op deze investeringslijst opnemen. Dan zou men een enorm onoverzichtelijk en onbe trouwbaar geheel krijgen. Men kan dergelijke zaken wel op de kapitaaldienst onderbrengen, maar dat zou een enorme rompslomp geven. Wanneer men ze ieder jaar afschrijft, is men even ver. Op de lijst van investeringen behoren alleen de grotere werken. De uitvoering van de Beckeringhstraat-Laanstraat hangt weer samen met het uitbreidingsplan. De Beckeringhstraat is op het ogenblik voor het industrieterrein wel belangrijk, maar zij zal in de toekomst haar belang hier voor verliezen door de aanleg van de industrieweg langs het Oude Grachtje. Dat wordt de hoofdverkeersweg naar het industrieterrein. Spreker acht ver betering van de Beckeringhstraat dan ook niet zo urgent. Deze verbetering kan overigens pas worden uitgevoerd, wanneer het uitbreidingsplan daar vastligt, - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 292