Nr.1 -20 januari 1960 - 1. NO TULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag 20 januari 1960, te 19.15 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer mr. S.P. Baron Bentinck. SECRETARIS: de heer J. JJ. M.Festen. Tegenwoordig de leden: J.van den Arend, J. WD. Berkelbach van der Sprenkel, J.K.de Bruin, drs. L.JDijkstra, B.H.A.Elbertse, mevrouw E.C.van Goor- Cleton, P.Grift, D.de Haan, K.de Haan, A.P.Hilhorst, J.H.Hom, J.G,Kalden, H.C. Klarenbeek, mevrouw M.H.B.Muurling-Voorthuis, dr. D.J.P,Oranje, P.C. Pieren, mevrouw S. M. Polet-MuslerP.R.van Roomen, P.H. Versteijne en drs. W.G.van Zadelhoff. Afwezig met kennisgeving het lid: J.E.Brouwer. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de gebedsformule. Vervolgens deelt hij mede dat de heer Brouwer met kennisgeving afwezig is. Spreker vindt het een bijzonder prettige opdracht namens de raads leden te mogen mededelen, dat zij hebben besloten hun presentiegeld voor deze avond af te staan ten behoeve van de slachtoffers van de watersnood te Tuindorp-» Oostzaan. Het spreekt van zelf dat hij dit gebaar zeer op prijs stelt. Hij heeft de overtuiging dat hierdoor gestimuleerd wordt het meedoen van de gehele bevolking aan de algemene actie die ten behoeve van de slachtoffers van de ramp te Tuindorp-Oostzaan zal plaatsvinden. Alhoewel hij uiteraard geen machtiging van deze slachtoffers heeft, wil spreker toch de raadsleden namens de slacht offers heel hartelijk danken. Hierna spreekt de VOORZITTER de volgende nieuwjaarsrede uit. Dames en Heren, Hoewel het jaar 1960 reeds bijna drie weken oud is wil ik u toch, bij het begin van onze eerste vergadering in het nieuwe jaar, van harte veel goeds toewensen. Moge 1960 voor u persoonlijk en voor uw gezinnen een gelukkig jaar worden en moge het ons in staat stellen in vruchtdragende samenwerking een gunstige ontwikkeling van onze gemeente te bewerkstelligen. Bij deze laatste wens ben ik mij ervan bewust, dat omstandigheden van financiële en economische aard ons zullen bemoeilijken of wellicht beletten te doen wat wij in het belang van de bevolking of van de gemeente achten. Ik behoef u slechts te wijzen op twee belangrijke werken waartoe in het afgelopen jaar besloten werd, maar waar nog geen begin mee kon worden gemaakt - de vernieuwing van het natuurbad en de bouw van een kantoor voor gemeentewerken - om u duidelijk te maken wat bedoeld wordt. De verwezenlijking van deze en dergelijke projecten zal onze volle aandacht moeten blijven behouden. Het is nu eenmaal zo, dat de centralistische en bemoederende nei gingen van ons centrale bestuursapparaat tot gevolg hebben, dat de gemeente, zelfs voor de uitvoering van een eenvoudig project, de medewerking en goed keuring nodig heeft van meerdere instanties, dikwijls zelfs van meerdere mi nisteries. En dan moeten meestal nog die verschillende vormen van medewerking ongeveer tezelfdertijd door de onderscheidene instanties verleend worden. Eerst wanneer naar het oordeel van de betrokken departementen van algemeen bestuur de toestand op de kapitaal- en geldmarkt naast de financiële toestand van de gemeente zelf toestaat een werk uit te voeren, wordt hiervoor de nodige mede werking verleend, indien althans deze departementen dit werk ook overigens van voldoende nationaal, gemeentelijk of plaatselijk belang achten en dit tevens vol doet aan de daaraan door de centrale instanties gestelde eisen. Geen wonder dat er tussen het nemen van een raadsbesluit en de realisering hiervan dikwijls - naar mijn mening meestal onnodig - veel kostbare tijd verloren gaat. Het is mij gebleken dat u het op prijs stelt aan het begin van het jaar enige feitelijke gegevens te vernemen. Daarom geef ik u hier enkele waarbij ik ook zoveel mogelijk ter vergelijking de cijfers van een jaar geleden zal noe men. - In -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1960 | | pagina 2