- 20 januari 1961
40.
Van schilderszijde wordt vaak gevraagd, waarom het schilderwerk niet
uit het bestek wordt gelaten, zodat de schilders rechtstreeks kunnen in
schrijven. Dit strandt altijd op de moeilijkheid in verband met de curveprijs
waarin alles, dus ook het schilderwerk, is begrepen. Wanneer men ziet
wat het schilderwerk kost en men bedenkt wat daarvoor in de aanneemsom
zit - al weet men het laatste nooit precies -, dan bemerkt men een belang
rijk verschil.
De heer GRIFT merkt op dat tijdens de bouw juist op het schilderwerk
goed toezicht dient te worden uitgeoefend. Het schilderwerk komt iedere
vier, vijf jaar terug. Wanneer tijdens de bouw het schilderwerk wordt
verknoeid, is dit in jaren niet meer goed te maken. De heer van Zadelhoff
wijst in dit verband op de prijzen. Spreker gelooft dat de moeilijkheid
ook nog ergens anders zit, namelijk in het feit dat de schilder het laatst de
woningen verlaat. De timmerman en de stucadoor zijn dan al weg. Er blijft
nogal eens wat aan de strijkstok hangen, waardoor de schilder er niet al
tijd zeker van is, dat hij het geld krijgt waarvoor hij het werk heeft aange
nomen, Daarom is de schilder altijd bang het werk als onderaannemer te
doen.
De heer ELBERTSE leest in het Antwoord dat de niet aanvaarde stich-
tingskosten betrekking hebben op het meerwerk, dat de daarop gestelde nor
men heeft overschreden. Dit meerwerk is uitgevoerd, waarschijnlijk wel
met medeweten van het college, maar toch niet met goedvinden van het rijk.
Spreker dringt er op aan geen toestemming tot meerwerk te verlenen,
voordat de goedkeuring van het rijk daarvoor is verkregen. Dan wordt
voorkomen het ontstaan van een post als waarvan hier sprake is.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het hier betreft 423 woningen.
Daarmede is een 5,-- 5j miljoen gemoeid geweest. En dan is het
bedrag voor het meerwerk eigenlijk te verwaarlozen. Iedereen zal bij het
realiseren van een bouwobject van 5 miljoen blij zijn, wanneer hij niet
meer bijwerk heeft dan het in het onderhavige geval genoemde bedrag van
ruim 22,000,--.
Hetgeen de heer Elbertse zegt is theoretisch wel juist. De praktijk is
echter anders. In de bestekken staat heel vaak,, dat er in iedere woning voor
15,-- hang- en sluitwerk moet zijn. Dat wordt dan heel gemakkelijk met
50, -- overschreden. Vaak wordt dan zelfs in overleg met volkshuisvesting
gezegd, dat men die 50,-- maar moet putten uit de post van 100,-- per
woning voor meerwerk. Dit betekent echter, dat reeds voordat met de
bouw is begonnen, de post voor meerwerk is teruggebracht tot 50,--, En
dan is er niet veel meer mogelijk. Het College heeft zich echter altijd op
het standpunt gesteld, dat het hang- en sluitwerk goed moet zijn. Hier geldt
hetzelfde als hetgeen de heer Grift met betrekking tot het schilderwerk heeft
gezegd. Het aanbrengen van goedkoop hang- en sluitwerk betekent het paard
achter de wagen spannen, omdat men dan later toch voor hoge kosten komt
te staan.
Bedrijf gemeentewerken.
De heer DE BRUIN merkt op dat het onder volgnummer 32 opgenomen
bedrag ad 3.300,-- is samengesteld uit de vergoedingen voor het gebruik
van 6 bromfietsen ad 350,-- en van 4 bromfietsen ad 300,--. Hij vraagt
waarop deze bedragen van 350,-- en 300,-- zijn gebaseerd.
De wethouder VAN ZADELHOFF deelt mede dat deze bedragen zijn
gebaseerd op de kosten van rente en afschrijving, onderhoud, verzekering
en benzinegebruik. Wanneer een bromfiets van 500,-- h 600,-- in drie
jaar wordt afgeschreven, vordert dit reeds een bedrag van ongeveer f 200,-
per jaar. Het bedrag van 300,-- is voor alle genoemde kosten niet toe
reikend, maar het zijn eigen bromfietsen, waarvan ook in vrije tijd gebruik
mag worden gemaakt, In zijn eigen bedrijf ziet spreker geen kans voor een
bromfiets met 400,-- klaar te komen. Het benzineverbruik bedraagt per
bromfiets reeds ca, 300,--.
- De -