21 februari 1962.
Misschien ziet de wethouder van financiën een mogelijkheid om een
ton voor de Talmalaan te vinden; spreker ziet die echter niet.
De VOORZITTER gelooft dat het een veel verstandiger
beleid is, te zorgen dat Soest een paar goede, brede en behoorlijk
beveiligde overwegen heeft. Dit is van veel meer belang dan het in
stand houden van tussenovergangen zoals die in de Talmalaan, die
de gemeente dan toch nog een ton gaat kosten en die voor het moder
ne verkeer totaal ongeschikt is. Wanneer men een stukje weg, ze
ker bij een spoorwegovergang, aan het openbaar verkeer onttrekt,
is dit altijd voor een aantal mensen een nadeel. Dergelijke maat
regelen moet men echter nu en dan toch nemen. Men kan nu een
maal niet al dergelijke particuliere belangetjes ontzien. Dan komt
men nooit tot een behoorlijke situatie.
De heer DIJKSTRA merkt op dat de wethouder sugge
reert, dat de raad luchthartig over de bezwaren van de rekwestran
ten heen huppelt. Dit is voor wat spreker betreft, beslist niet het
geval. De ingekomen rekwesten spreken duidelijke taal. Spreker heeft
enige geluiden van de bewoners van de Talmalaan beluisterd. Daaruit
is hem gebleken dat voor de Parallelweg, die soelaas zou moeten
bieden voor het afsluiten van de Talmalaan, bij niemand van de be
woners waardering bestaat. Dit weggetje, dat overigens niet 150,
maar 180 m lang moet worden, zal aardig wat kosten meebrengen
in verband met grondverzet en het vernieuwen van muren. Spreker
zou niet gaarne het initiatief nemen tot een voorstel om van een
kerkhof of van een schoolterrein grond af te nemen. Hij kan de ge
dachte van het aanleggen van deze parallelweg nauwelijks au
sérieux nemen.
Het college is niet ingegaan op sprekers opmerking over
de mededeling van de heer Scheffelaar over de wijze, waarop de
financiële kant van invoering van automatische beveiliging in de stad
Utrecht is opgelost. Daar worden de kosten, wanneer geen man
kracht wordt bespaard door gemeente en spoorwegen op fifty-fifty-
basis gedragen, terwijl de spoorwegen alle kosten voor hun reke
ning nemen, indien de automatische beveiliging personeelsbesparing
oplevert. Dit is toch een geheel andere financiële gang van zaken
dan hetgeen de gemeenteraad van Soest wordt voorgeschoteld.
Met de wethouder is spreker het eens dat het grondbe
drijf niet een onuitputtelijk vat is, waaruit alles kan worden be
taald. Op de agenda van hedenavond komen echter twee grondaan
kopen voor, die niet direct noodzakelijk zijn. Spreker doelt op het
voorstel tot aankoop van grond ad f 40.000,-- van de familie
Westerveld - welk voorstel de voorzitter inmiddels heeft aangehou
den - alsmede het voorstel tot aankoop van grond van de heer de
Winter ad f 55.000,--. Spreker wil niet bestrijden dat de gemeente
deze gronden in de toekomst nodig heeft, maar directe noodzaak
tot het aankopen van deze gronden bestaan er niet. Het beste bewijs
daarvoor is dat het college het voorstel tot aankoop van grond van
de familie Westerveld heeft ingetrokken. En in de commissie van
bijstand kon geen direct uitsluitsel worden gegeven ten aanzien van
sprekers vraag, wat het grondbedrijf met het perceel van de Winter
denkt te doen. Spreker is zeker niet tegen deze grondaankopen;
wanneer er een kans is een perceel grond te kopen, dat de gemeente
in de verre toekomst nodig zal hebben, dan moet de gemeente z.i.
inderdaad tot deze aankoop overgaan. Dit zijn echter uitgaven - en
zo komen ze bijna maandelijks voor - die in de tonnen lopen. Daar
wordt dan toch wel heel lichtvaardig over heen gestapt.
De heer HILHORST: Dat heeft u gedaan, maar ik niet'.
- 77 -