- 15 maart 1961 -
82.
stelde aanzienlijke investeringen doet, uit rechtvaardigheidsoogpunt niet
tegelijkertijd dient te zien naar de behoeften van de zaalsportverenigingen.
Deze verenigingen hebben weliswaar geen behoefte aan club- en kleedlokalen,
maar wel een dringende behoefte bij voorbeeld aan apparatuur. Voorts zou
dan gedacht moeten worden aan bescheiden veldjes voor de volleyballers enz.
Verder wijst spreker er op - hij neemt nu de sport in de ruime zin van het
woord - dat verenigingen als P.V.O. en de padvinders al erg blij zijn ge
weest en genoegen hebben genomen met een renteloos voorschot» Dat is heel
wat bescheidener dan hetgeen thans wordt voorgesteld. Hij ziet in deze
een zekere inconsequentie. Laat men ook deze zaken hierbij betrekken.
Ten slotte zegt spreker dat men ook de consequenties van dit voorstel
goed moet overzien. In dit voorstel is sprake van twee grote posten - name
lijk 25.000,-- en 20.000,voor nieuw te stichten clubgebouwen.
De rest betreft kleinere bedragen voor eenvoudige houten gebouwtjes. Het
is te verwachten dat in de komende jaren ook andere verenigingen aan de
beurt zullen komen voor het verkrijgen van nieuwe clubgebouwen. De investe
ringen daarvoor zouden dan wel eens grote afmetingen kunnen aannemen.
De heer DE BRUIN zegt na de uitleg door de heer van Zadelhoff dit
voorstel toch wel voorbarig te achten. Het gaat hier om vijf sportverenigingen.
Enkele zullen de door het college aangegeven mogelijkheid met beide handen
aangrijpen, maar er zullen misschien ook enige zijn die hier nu niet azo heel
erg wild op zijn.
Zoals spreker bij de behandeling van het voorstel inzake het concours-
hippique reeds zeide, vindt hjj de zelfwerkzaamheid van verenigingen van
ontzettend groot belang. Deze zelfwerkzaamheid gaat men echter elimineren,
indien de velden, de opstallen enz. in handen van de gemeente komen. Het
particulier initiatief en het doelbewuste verenigingsleven wordt hier eigen
lijk een beetje dood mede gemaakt.
Deze overname vindt spreker onder de huidige omstandigheden althans
voor de voetbalverenigingen niet zo heel dringend. De sport kan niet meer los
worden gedacht van de toto. De toto heeft de voetbalverenigingen de laatste
jaren heel aardig in het zadel geholpen. Spreker meent dat de vereniging
S.E.C., naaast de onder f in het voorstel genoemde objecten, ook nog be
schikt over een veldverlichting. Voor zover hembekend, heeft S.E.C. deze
verlichting geheel zelf bekostigd. Daaruit blijkt dat in zo'n vereniging toch
nog wel contanten aanwezig zijn om op de terreinen van de gemeente zelf
iets te doen. Dat is zeer prettig en dit stimuleert de activiteit van de vereni
ging. Wanneer de gemeente alles overneemt, gaat deze stimulans verloren.
Spreker is daarom over deze overname in het geheel niet zo enthousiast.
De heer PIEREN juicht het principe-voorstel om de opstallen bij de
sportterreinen over te nemen van harte toe. Naar aanleiding van hetgeen
deze heeft opgemerkt over de zelfwerkzaamheid der verenigingen zou spreker
de heer de Bruin willen vragen, of die wel weet met welke moeilijkheden
iedere sportvereniging kampt om zich financieel te handhaven, door het op
voeren van het aantal donateurs enz. Wanneer de heer de Bruin stelt "wij
nemen nu ook al voetbalvelden over", dan vraagt spreker de heer de Bruin,
hoe een voetbalvereniging 117.000,-- bij elkaar moet schrapen om een
voetbalveld aan te leggen. Geconstateerd moet worden dat in Nederland de
sportbeweging in haar totaliteit een zorgenkind is en dat de.lichaamshouding
van de bevolking, vooral van de jeugd, bedroevend slecht is. Naast de zelf
werkzaamheid van de verenigingen, is het noodzakelijk deze een dusdanige
overheidssubsidie te geven dat zij in staat zijn zich te handhaven. En dat
kan alleen door het voorliggende voorstel, waardoor de opstallen het daarvorr
noodzakelijke onderhoud kunnen verkrijgen.
Het is zo gemakkelijk te spreken over die zelfwerkzaamheid der ver
enigingen. Wanneer men werkelijk in het verenigingsleven zit, weet men dat
het werk altijd op een paar schouders terechtkomt. Dat particulier initiatief
laat dus heus nog wel enige zorgen over. Dit neemt niet weg dat alle mogelijke
moeite moet worden gedaan om het particulier initiatief te bevorderen. Dat
kan echter alleen met overheidssteun,