13 januar j 1961 -
9,
De inwoners die hinder van het vliegveld ondervinden, kunnen zich
natuurlijk individueel tot de betrokken commissie wenden. Dat is echter
iets anders dan wanneer het gemeentebestuur dit doet. Daar de gemeente
Soest zelf niet veel hinder van het vliegveld ondervindt, is er naar het
oordeel van het college geen reden aanwezig om zich als gemeente tot de
bedoelde commissie te wenden. Dat de hinder in andere gemeenten wel
groot is, is een zaak voor de betrokken gemeentebesturen. Daarover be
hoeft men zich hier niet te bekomeren. Men dient als gemeente Soest alleen
te zien naar de situatie zoals die ter plaatse is.
Wanneer het vliegveld wordt verplaatst, zou inderdaad een gedeelte
van de bevolking van Soesterberg wegtrekken. Het college heeft echter niet
gezegd dat dit een maatschappelijke slag voor Soesterberg zou betekenen.
Het ministerie van defensie heeft een permanent gebrek aan terreinen en
het zou bij verplaatsing van de vliegbasis het luchtvaartterrein onmiddel
lijk voor andere doeleinden gebruiken, waarvoor ook mensen nodig zijn;
Men krijgt dan wel een verandering van inwoners, maar er zullen zeker
niet een groot aantal huizen leeg komen te staan. En mocht er eens een
huis leeg komen te staan, dan behoeft men zich daarover, gezien de nog grote
woningnood te Soest, zeker geen zorgen te maken.
Het gemeentebestuur heeft de laatste jaren bij de onderscheidene
ministers van defensie herhaalde malen gewezen op de geluidshinder die het
vliegveld Soesterberg veroorzaakt. De autoriteiten hebben daar ook wel
begrip voor. In een nota - spreker meent van de commissie het westen des
lands - is het vliegveld Soesterberg ook genoemd als het vliegveld dat na
Ypenburg het eerst moet verdwijnen, indien het aantal vliegvelden zou wor
den verminderd. Wanneer ondanks deze terecht gemaakte opmerking het
vliegveld Soesterberg als zodanig blijft gehandhaafd, dan is dit voor S
spreker een aanwijzing dat daar een militaire noodzaak achter schuilt, die
noch de raad noch het college kan beoordelen. Er worden enorme offers
gebracht - zowel financiële als persoonlijke, - voor de verdediging van de
West-Europese beschaving en van onze vrijheid. Spreker gelooft dat men
de daarvoor nodige offers - die voor de een wat groter zijn dan voor de
ander - zo goed mogelijk moet brengen. Daarbij dient men te bedenken,
dat men er dankbaar voor moet zijn, dat men op deze wijze de regering in
staat stelt de vrijheid van het Nederlandse volk te verdedigen. Men zal
moeten denken: Gelukkig maar dat wij last kunnen hebben van deze perma
nente waakzaamheid, die toch uitsluitend is voor onze eigen vrijheid.
Alles tegen elkaar afwegende, meent het college dat het niet juist
zou zijn, wanneer de gemeente Soest bezwaar tegen deze aanwijzing maakt.
Aan de andere kant heeft het volledig begrip voor de individuele personen
in deze gemeente die wel van deze mogelijkheid tot het indienen van bezwa
ren gebruik maken. Wanneer men geen bezwaar maakt, wil dit echter niet
zeggen dat er geen hinder zou bestaan. Dat is nog wel wat anders.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Voorstel tot onteigening van grond gelegen aan:
a. de Middelwijkstraat.
De heer HILHORST merkt op dat de voorzitter in zijn nieuwjaars
rede heeft gezegd, dat de raad de zaken moet afwikkelen zonder rekening
te houden met persoonlijke belangetjes en wat dies meer zij. Ook het omge
keerde moet echter het geval zijn. Spreker zegt dit, omdat hij de indruk
heeft, dat het gemeentebestuur niet zo vriendelijk staat tegenover de onder
havige persoon. Men wil hier iemand een proces aandoen. Wanneer dit
noodzakelijk is om voorzieningen in het belang van de gemeenschap te
treffen, is dat volkomen begrijpelijk. Het blijft echter een proces dat de
gemeente iemand aandoet. Dat de makers van de wet dit ook hebben inge
zien, blijkt uit de bepaling dat de raad eerst een principe-besluit tot ont
eigening moet nemen, terwijl hij dan maximaal zes maanden daarna opnieuw
een dergelijk besluit moet nemen. Deze procedure is voorgeschreven,
opdat in de tussentijd alsnog pogingen worden ondernomen om tot een verge-
- lijk -