-19 april 1961 -
102.
Aan de Heide Mij. werd daarna opdracht gegeven een Defini
tieve Begroting van Kosten op te maken. Op 23 november 1959 respectie-
velijk 1 februari 1960 werd deze ontvangen, totaal bedragende
733.081,85 voor aanleg zwembad en
99.315,-- voor aanleg beplanting en zonneweiden.
832.396,85 totaal.
Aangezien in het najaar 1959 de vooruitzichten met betrekking
-f tot de rijks goedkeuring ongunstig waren/- medeged-eeid was dat-de rijks -
goedkeuring ongunsti-g waren.'- medegedeeld was dat de rijks goedkeuring
wellicht enige jaren op zich zou kunnen laten wachten - werd het plan voors
hands terzijde gelegd, nadat eerst nog ernstig werd nagegaan of het plan door
splitsing in onderdelen - gespreid over enkele jaren - zou kunnen worden uit
gevoerd.
Medio oktober 1960 werden wij echter verrast met het bericht
dat de rijks goedkeuring op zeer korte termijn kon worden verwacht. Het
definitieve plan werd daarna in een gezamenlijke bijeenkomst van de Commis
sies Grondbedrijf en Uitbreidingsplan, Openbare Werken en Sociale Zaken,
op 28 oktober 1960 door Ir. Heidelberger van de Ned.Heide Mij. aan de hand
van tekeningen uiteengezet en toegelicht, zulks krachtens toezegging van
burgemeester en wethouders in de raadsvergadering van 29 juli 1959, dat
de desbetreffende commissies gehoord zouden worden omtrent de detailplan
nen voordat met de uitvoering een begin wordt gemaakt.
De resultaten van de eerste, besloten, aanbesteding waren teleur
stellend, noopten tot enkele bezuinigingen en inschakeling van alsnog een
andere aannemerUltimo december 1960 werd een naar onze mening aanne
melijke aanneemsom voor het bouwen van het zwembad met filtergebouw enz,
verkregen van de aannemer A.A. van Breukelen, alhier, t,w. ƒ556.000,--.
Vergelijkbare aanneemsom:
488.000,-- in de Globale Raming 22 juli 1959 (exclusief springkuil);
552.000,-- in de Definitieve Begroting van 23 november 1959
(zonder bezuinigingen).
Voor de waterzuiveringsinstallatie, geraamd op 110.000,--,
was de laagste inschrijfster F.J. van Egdom N.V.de Meern, met een
bedrag van 122.290,--, voor welk bedrag de installatie moest wordt
opgedragen.
Zoals uiteengezet in de gecombineerde vergadering van de com
missie Grondbedrijf en Uitbreidingsplan en Openbare Werken op dinsdag,
28 maart 1.1,tot welke vergadering alle overige leden van de raad mede
waren uitgenodigd, is ondanks de doorgevoerde bezuinigingen het beschikbare
crediet niet voldoende en het begonnen werk afdoende te voltooien, daar zich
enkele, bij de opzet van het plan niet te voorziene feiten hebben voorgedaan
t.w.:
1. de noodzaak om een transformator-station te bouwen voor de zuiverings
installatie; geraamde kosten 15.000,--;
2. de noodzakelijkheid om voor de zonneweiden een beregenings-installatie
aan te leggen en de wenselijkheid em daarvoor het systeem met "verzon
ken" sproeiers te kiezen; geraamde kosten 28.000,--;
3. de wenselijkheid om de post Onvoorziene Uitgaven te verhogen met
20.000,--.
ad.1Bij de opzet van het bad werd er vanuit gegaan dat de bestaande
krachtstroom-leiding voldoende zou zijn c.q. dat in het tegenoverge
stelde geval een aansluiting op het transformator-station bij de spoor
wegovergang Soestduinen mogelijk zou zijn. De P.U.E.M. acht echter
een nieuwe transformator voor de zuiveringsinstallatie zonder meer
noodzakelijk.
- ad. 2. -