- 19 april 1961 -
108.
De VOORZITTER zegt dat iemand met een wansmaak daarvan zelf
geen last heeft. Het zijn juist de anderen - die in hun esthetisch gevoel ge
kwetst worden - die lijden. Bovendien kan het aanbrengen van onesthetisch
schilderwerk voortvloeien, niet uit wansmaak van de betrokkene, maar uit
een oogpunt van reclame.
De door mevrouw Muurling gevraagde toezegging kan spreker moeilijk
geven, want niet de burgemeester, doch de raad stelt deze bepalingen vast.
Mevrouw Muurling zou bedoelde toezegging dus aan de raad moeten vragen.
Mevrouw MUURLING: Voor mij persoonlijk is dit dan de uiterste grens
om hiermede akkoord te gaan.
De VOORZITTER merkt op wel te kunnen zeggen, dat op het ogenblik
bij hem geen plannen leven om op dit gebied verder te gaan. Maar men weet
natuurlijk nooit hoe men er morgen over denkt'.
Hierop wordt het voorstel op verzoek van mevrouw van Goor-Cleton
in stemming gebracht en verworpen met 13 tegen 6 stemmen.
Tegen hebben gestemd de leden:Klarenbeek, Brouwer, de Bruin,
mevrouw Polet-MuslerVersteijne, van Roomen, mevrouw Muurling-Voort
huis, mevrouw van Goor-Cleton, Hom, Pieren, Kalden, Grift en Hilhorst.
Voor hebben gestemd de leden: Oranje, K. de Haan, Berkelbach van
der Sprenkel, Dijkstra, Elbertse en van Zadelhoff.
96. Voorstel tot vaststelling van een Zöneverordening Hinderwet (wijziging oude
Hinderwetverordening)
Dit voorstel wordt zonder disccussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
97. Voorstel inzake de invoering van de vijfdaagse werkweek.
De VOORZITTER zegt dat bij de stukken de mening van het georgani
seerd overleg heeft gelegen. Daar het georganiseerd overleg eerst maandag
jl, heeft vergaderd, zal het stuk van het georganiseerd overleg de meeste
raadsleden niet bekend zijn. Spreker doet daarom voorlezing van het des
betreffende stuk, dat de volgende inhoud heeft:
"In onze vergadering van 17 april 1961 hebben wij ons beraden over de
invoering van de vijfdaagse werkweek ten aanzien van het personeel der
gemeente Soest,
In deze vergadering werd door de voorzitter van onze commissie
medegedeeld, dat uw college er de voorkeur aan geeft de vijfdaagse werkweek
ineens en dan per 1 november 1961 in te voeren. Naar het oordeel van uw col
lege zou het enerzijds om redenen van organisatorische aard aanbeveling
verdienen de vijfdaagse werkweek in één etappe in te voeren, terwijl ander
zijds in de gemeente Soest de noodzaak niet aanwezig zou zijn reeds met in
gang van 1 mei 1961 tot volledige invoering van de vijfdaagse werkweek over
te gaan.
Het voorstel van uw college heeft in onze vergadering tot een uitvoe
rige discussie geleid. In deze discussie werden door de vertegenwoordigers
van de personeelsorganisaties diverse bezwaren naar voren gebracht. Als
belangrijkste bezwaar moge worden genoemd de teleurstelling die de reali
sering van uw voorstel zal betekenen voor die ambtenaren die hoopten in het
komende zomerseizoen van de vrije zaterdag te kunnen profiteren en deze nu
eerst bij het begin van het "donkere" seizoen toegekend zien.
De vertegenwoordigers van de personeelsorganisaties hebben echter
begrip willen tonen voor de van de zijde van uw college aangevoerde argu
menten en hebben zich dan ook niet blijvend tegen uw voorstel verzet. Dit be
tekent echter niet, dat hun bezwaren, welke vooraal van psychologische
aard zijn en in het bijzonder voor de ambtenaren .-werklieden spreken, zijn
wegggenomen.
De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat in het ontwerp-besluit
staat: ten aanzien van het personeel der gemeente over te gaan tot
invoering van de vijfdaagse werkweek, zulks met inachtneming van de richt
lijnen vervat in de aan B&W gerichte circulaire van 4 januari", Daaruit valt
echter weinig te lezen voor de raad. De bedoeling van de minister is de vijf-
- daagse -