-17 mei 1961 - 121. Het college heeft dus de plicht nauwgezet de gang van zaken te volgen. Hetgeen thans gebeurd is, kan worden gezien als een ziektever schijnsel. Het college kan pas aan een therapie beginnnen, wanneer bepaalde symptomen zich hebben geopenbaard. Die symptomen zijn er nu geweest. De diagnose is gesteld. Thans dient men dus met de therapie aan te vangen. Met de heer Brouwer is spreker het geheel eens dat de gemeente de adviezen van de ingeschakelde deskundigen zeer goed moet bestuderen en zeer serieus dient te nemen. Hij is het er ook mede eens dat het goed zijn zou een instructie vast te stellen, welke instructie ruim is gesteld, waar door er voor iedereen nog voldoende persoonlijke vrijheid en vrijheid van initiatief overblijft. Een dergelijke instructie heeft het voordeel dat de functionarissen zich er beter van bewust zijn, hoe een organisatie in elkaar zit en hoe de onderlinge verantwoordelijkheden liggen. Bij een organisatie is het van groot belang dat men zijn eigen verantwoordelijkheid en ook de ver antwoordelijkheid van de ander kent. Spreker gelooft dat het niet juist is om - hetgeen de heer de Bruin heeft gedaan - nu maar alle moeilijkheden en alle tegenslagen af te schuiven op de wijze van functioneren van gemeentewerken. Hij gelooft niet dat dit fair is. Deze moeilijkheden en tegenslagen zijn dikwijls het gevolg van amb telijke bevoogding. Wanneer wordt gezegd dat de huizenbouw op de Eng maar niet opschiet, zij er op gewezen dat de thans aan de orde zijnde narigheden in wezen slechts zeer weinig vertraging in het gereedkomen van huizen heeft gebracht. Het zijn heel andere factoren die vertraging hebben veroorzaakt. En het op gang komen van de nieuwbouw is van geheel andere zaken afhanke lijk dan van het functioneren van de di nst gemeentewerken. Spreker denkt dan aan de ambtelijke bevoogding, aan het feit dat allerlei officiële instanties met bepaalde bevoegdheden zich mengen met de gang van zaken hier, hetgeen uitermate vertragend werkt. Daarvan stelt het college de raad zo nu en dan ook op de hoogte. Dat moet men echter niet bij de onderhavige aangelegen heid betrekken, want dan maakt men de zaak onduidelijk. De heer Dijkstra is het er niet mede eens dat B&W met dit rapport zijn gekomen. Dat had volgens de heer Dijkstra de commissie moeten doen. En daar is spreker het nu weer niet mee eens. Deze commissie is een com missie van bijstand. Er is in de desbetreffende raadsvergadering zelfs even gediscussieerd over de vraag of het niet een zelfstandige commissie zou moe ten worden. De raad heeft toen gezegd: Neen, dat kan altijd nog als het nood zakelijk zou blijken. Het is een commissie van bijstand. B&W hebben de vra gen van de heer de Bruin indertijd voorlopig beantwoord, hebben een nader onderzoek toegezegd, hebben daarbij voorgesteld zich te doen bijstaan door deze commissie, maar het antwoord moet ten slotte komen van B&W. Die kunnen dit niet afschuiven op de commissie. De notulen van de desbetreffende raadsvergadering bevestigen spreker in deze mening. De heer DIJKSTRA: Ik ben het niet met u eens De VOORZITTER: Ik denk dat wij het daar niet over eens worden. Ik geloof echter niet dat dit punt van _heel veel belang is. De heer Dijkstra heeft voorts gezegd in zeer ernstige mate te be treuren het leed dat door deze aangelegenheid over de betrokkenen is gekomen. Spreker gelooft dat velen dit met de heer Dijkstra betreuren. Maar hij gelooft aan de andere kant dat dit niet te voorkomen zou zijn geweest. Misschien zegt men: Wij hadden het iets kunnen verzachten. Op zichzelf was dit echter niet te voorkomen geweest. Dit is nu eenmaal eigenlijk inherent aan de open bare behandeling van de publieke zaak. Men dient zich daarbij op dit moment wel goed te realiseren dat hier zeer groot leed over de betrokkenen wordt gebracht en heel goed te laten uitkomen dat hier weliswaar de vinger wordt gelegd op bepaalde fouten, doch dat het hier slechts een onderdeeltje van de totale taak betreft. Nadat men dit onderdeeltje zeer in het groot heeft belicht, er buitensporig op heeft getuurd en er heeftuitgepuurd wat er allemaal in zat, moet men het weer in het geheel leggen en de blik wederom richten op het ge heel, waardoor alles meer in de juiste verhoudingen komt te liggen. - Wanneer -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 241