- 21 juni 1961 - 141. Bovendien stelt het college voor daarbij te bepalen dat binnen een afstand van 2 m van de grens van het perceel van adressant geen gebouwen mogen worden opgericht. Het is dan toch mogelijk garages e.d. bij deze woningen te bouwen. Verder merkt spreker op dat het ter visie gelegde uitbreidingsplan een fout bevat. Op de kaart staat namelijk dat de huizen in categorie VI moeten worden gebouwd. De minimum inhoud van de woningen in categorie VI is echter 500 m3, hetgeen, gezien de oppervlakte van het terrein, zou betekenen dat men hier als het ware een toren zou krijgen. Het college stelt nu voor deze categorie zodanig te wijzigen, dat de kubiekemeterinhoud van de woningen in overeenstemming komt met de oppervlakte van de grond waarop ze worden gebouwd. De kubieke-meterinhoud moet daarom op mini maal 300 m2 worden gesteld. Dat het college dit voorstel nu nog aan de raad voorlegt, vindt zijn oorzaak in het feit dat degene die deze woningen wil stichten, zeer spoedig met de bouw ervan wil beginnen. Hij zou zeer gedupeerd zijn, in dien hij nog langer moest wachten. Het zal toch nog een bouwvergunning ex artikel 20 van de wederopbouwwet moeten worden. Wanneer de raad thans dit voorstel aanneemt, kunnen B&W de bouwvergunning verlenen en meteen het door de raad vastgestelde uitbreidingsplan bij gedeputeerde staten ter goedkeuring insturen. Dan loopt de zaak verder vlot. De heer ELBERTSE: Welke categorie zal het dan moeten worden? Wethouder VAN ZADELHOFF denkt dat het categorie IV zal worden. Hij weet dit niet zeker. Het is namelijk mogelijk dat categorie IV inhoudt, dat minimaal vier woningen moeten worden gesticht. En er is heer slechts plaats voor twee huizen. Dan zou het bij voorbeeld categorie IV-A worden, hetgeen dan betekent: dezelfde inhoud van de woningen, maar een minimum van slechts twee woningen. De VOORZITTER deelt nog mede, dat over dit punt overleg is gepleegd met het bureau Utrecht van het ministerie van volkshuisvesting en bouwnijverheid. Hierop wordt het door de voorzitter geformuleerde voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 148. De VOORZITTER brengt hierop nog een voorstel ter tafel, dat door wethouder van Zadelhoff zal worden toegelicht. Wethouder VAN ZADELHOFF herinnert eraan dat van het krediet voor de riolering van de Korte Brinkweg en een stukje van de Lange Brinkweg alsmede van het krediet voor de riolering van de Lange Brinkweg van de Raadhuisstraat tot de Kruisweg 87.000,-- over is gebleven. De raad heeft toestemming gegeven dit te gebruiken voor verbreding van de Lange Brinkweg. Er blijkt thans echter nog 30.000,-- over te blijven. B&W stellen nu voor dit bedrag te besteden voor het opknappen van de Melmweg en de beide hier voor genoemde kredieten met gezamenlijk 30.000,-- te verminderen. Oorspronkelijk was het de bedoeling de Melmweg te herbestraten en daarbij voor een gedeelte nieuwe stenen te gebruiken. Dat zou neerkomen op 24.000,--. Het college krijgt echter morgen prijsopgave voor het aanbrengen van een gesloten wegdek voor deze weg. Sprelox gelooft dat men daarvoor met 30.000,-- zeker zal uitkomen. De heer DE BRUIN vraagt of het hier gaat om de Melmweg van het viaduct tot de Eem. De wethcuder VAN ZADELHOFF zegt dat het gaat om 600 m vanaf de Lange Brinkweg en dan nog 200 m vanaf het spoor. Deze 800 m zal met dit bedrag van een gesloten wegdek kunnen worden voorzien. In ieder geval kan dit gedeelte herbestraat worden, want dat kost 24.000,--. Het college acht het echter beter een gesloten wegdek aan te brengen. Daar eer daags toch diverse wegenbouwers in de gemeente zijn, zal dan ook deze aan gelegenheid met hen worden behandeld. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 281