—20 september 1961 - 170. In het ene straatje zal men met de hond meer kunnen doen dan in het andere, maar men kan niet voor iedere straat aparte bepalingen maken. Mocht de verordening niet bevallen, dan kan zij over een half jaar worden gewijzigd. Mevrouw POLET-Musler is van oordeel dat de vergelijking met het achterlicht van een auto niet opgaat. Dit kan uitgaan zonder dat de automo bilist het weet, maar wanneer men een hond los laat lopen, is men volgens deze verordening in overtreding en niemand zal kunnen zeggen dat hij niet wist dat zijn hond los liep. De VOORZITTER zegt dat men, wanneer men gaat wandelen met zijn hond die men onder appèl heeft, die men achter zich .laat lopen, terwijl men een riem in de hand heeft, zodat er een duidelijke gezagsrelatie is tussen de hond en de meester, terwijl het op een stille weg is, toch wel iets kan riskeren. Spreker geeft de raad in overweging de voorgestelde verordening vast te stellen en af te wachten of er gerechtvaardigde klachten komen. In gemeenten waar deze verordening reeds bestaat, hoort men na enige tijd over de werking ervan helemaal geen klachten meer. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Mevrouw POLET-Musler verkrijgt aantekening dat zij geacht wenst te worden, tegen het voorstel te hebben gestemd. 203.Voorstel tot vaststelling van een verordening tot wijziging van de verorde ning op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaats voor Soesterberg 204.Voorstel tot de aanleg van een riolering en een rijwiel- en een voetpad langs het 2e gedeelte van de Stadhouder slaan. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 205. Voor stel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de uitbreiding van het kantoor voor de dienst van gemeentewerken. De VOORZITTER deelt mede dat de financiële commissie zich met het voorstel tot kredietverlening verenigt, doch voorstelt, ook bij anderen een prijsopgave voor het maken van een semi-permanent gebouw te vragen en daarna de bouw te gunnen na overleg met de commissie openbare werken. De commissie openbare werken gaat met het voorstel akkoord. De VOORZITTER meent dat het college zich met het standpunt van de financiële commissie wel kan verenigen. De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat hetgeen de finan ciële commissie voorstelt, formeel niet mogelijk is. De raad kan het be sluiten tot een aankoop niet aan een commissie delegeren. De VOORZITTER meent dat men de zaak als volgt kan stellen: de raad geeft het krediet voor de aankoop, maar de aankoop wordt niet gedaan vóór men zich heeft georiënteerd op ander terrein en hierover over leg is gepleegd met de commissie. Het gaat er het college om te kunnen doorwerken, want er is haast bij het geval. De wethouder ORANJE zegt dat de uiteenzetting van de voorzitter overeenstemt met de bedoeling van de financiële commissie. De wethouder VAN ZADELHOFF is gaarne bereid met de zaak zoals zij door de voorzitter wordt uitgelegd, akkoord te gaan, maar herinnert aan een kort geleden ontvangen brief van gedeputeerde staten over onder handse aanbesteding. Er wordt niet een volkomen uitneembaar gebouw ge kocht, zodat het om een soort aanbesteding gaat, al heeft de raad geen keuze van aannemer, aangezien het een systeem is van een bepaalde fabriek dat door slechts één aannemer wordt uitgevoerd. Gemeentewerken heeft overigens reeds naar andere mogelijkheden uitgekeken, speciaal op houtgebied. Het laatste is voordeliger, maar veel en veel minder duurzaam. - Over -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 339