- 20 december 1961 -
199.
In het onderhavige geval is het voor het maken van een kosten
opzet even gemakkelijk niet-bouwrijpe grond te ruilen en de kosten van
de aanleg van wegen die in het thans gevraagde krediet zijn opgenomen, te
verhalen op de Nederlandsche Spoorwegen.
De heer HILHORST zegt dat begrijpelijk te achten, want de
Neder landsche Spoorwegen bouwen thans op een gedeelte dat nog in aan
leg is. Het is normaal dat zij dan ook iribrengenin verhouding tot hetgeen
is tot stand gebracht, zoals dat ook bij ieder object het geval is voor
woningen die er worden gebouwd.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat wanneer bouwrijpe
grond wordt geruild het krediet dient te worden verleend zonder de
toevoeging van het bedrag van 23.380,--. Bij de onderhandelingen
met de N.S. kan de gemeente dan eisen stellen. Deze procedure komt
op hetzelfde neer als ruil van niet-bouwrijpe grond, waarbij, betaling
ge'èistwordt van de kosten van wegaanleg.
De heer HILHORST acht de volgorde bij laatstgenoemde pro
cedure juister.
De VOORZITTER zegt dat het toevallig is dat beide zaken
onteveer gelijktijdig aan de orde komen. De laatste jaren is in het college
in vrijwel iedere bespreking van de begroting gezegd dat de spoorweg
overgang in de Ossendamweg langzamerhand een onhoudbare toestand
vormt. Die overweg moet worden verbreed en verbeterd. Het is bekend
dat zulks veel geld kost; het is van jaar tot jaar uitgesteld.
Thans is het aan de orde. De gemeente dient in verband met de
automatische beveiliging de breedte van de overweg aan te geven. Deze
wordt door de raad bepaald zoals zij is vastgesteld in het uitbreidingsplan.
Hierna kunnen de Neder landsche Spoorwegen de voor elektrische bevei
liging benodigde apparatuur bestellen.
Toevalligerwijs in hetzelfde tijdvak wil men het station Soest-
Zuid verplaatsen, waardoor eveneens grondruil moet plaatsvinden.
Beide projecten hebben op zichzelf evenwel niets met elkaar te maken.
Hierna stelt de voorzitter voor de discussie omtrent het reeds
aangenomen voorstel 265 te beëindigen.
De heer HILHORST wenst geacht te worden te hebben tegen
gestemd.
De VOORZITTER zegt dat er geen enkel bezwaar tegen bestaat
in de notulen te doen opnemen, dat de heer Hilhorst, nadat het voorstel
met algemene stemmen is aangenomen, geacht wenst te worden te hobben
tegengestemd.
De heer Hilhorst verkrijgt hierop de door hem verlangde aan
tekening in de notulen.
266. Voorstel tot het benoemen van een plaatsvervangend lid van de schoon
heidscommissie in de gemeente Soest.
De VOORZITTER verzoekt wederom de heren Versteijne en
Berkelbach van der Sprenkel met hem het stembureau te vormen.
Met algemene (19) stemmen wordt benoemd de heer F.Eschauzier
te Bussum,
De VOORZITTER dankt de heren Versteijne en Berkelbach r
van der Sprenkel voor de verrichte werkzaamheden.
267. Voorstel tot het instellen van een rechts verordening tegen JH. M. Lubbers
De VOORZITTER deelt mede dat de commissie grondbedrijf en
uitbreidingsplan alsmede de financiële commissie met dit voorstel ak
koord gaan*
De heer HILHORST vraagt het college of nog mededelingen kunnen
worden gedaan over een overleg dat voor dez© raadsvergadering zou heb
ben plaatsgehad»
- Mevrouw -