- 20 december 1961 - 212.
De VOORZITTER zegt dat het mogelijk is, dat in de begelei
dende brief bij het plan iets dergelijks heeft gestaan. Wanneer gede
puteerde staten dit Verklaren, moet men aannemen dat het zo is. Aan
voorlichting door de directeur of een ambtenaar van de provinciale
planologische dienst hadden wij - zo zegt spreker - in eerste instantie
nu niet zo'n behoefte. Het plan moest in de eerste plaats vo rden be
studeerd door de eigen planologische adviseurs van het gemeente
bestuur en door het gemeentebestuur zelf. Dit is allemaal bijzonder
vertraagd, doordat de gemeente slechts één exemplaar van het plan
had ontvangen, welk exemplaar ter inzage lag. Met veel moeite heeft
de gemeente nog enkele exemplaren gekregen. Daardoor heeft het
heel lang geduurd, voordat het gemeentebestuur het plan aan de
eigen adviseurs kon geven.
Ten slotte zijn er, zo zegt spreker, geen vragen bij ons
over het streekplan zls zodanig gerezen, welke vragen een nadere
uiteenzetting zouden behoeven. Het plan was volkomen duidelijk.
Op bepaalde punten is de gemeente het er niet mee eens en heeft zij
bezwaar. Wij hadden, zo zegt spreker, echter geen nadere toelichting
van node. Er waren geen onduidelijke onderdelen van het plan. Er was
een uitgebreide toelichting bij. De moeilijkheid was echter dat de
gemeente te weinig exemplaren had gekregen, waardoor de bestude
ring van het plan veel te laat op gang is gekomen.
De heer DE BRUIN zegt dit antwoord heel aardig te vinden,
maar geconstateerd moet dus worden dat het college in eerste in
stantie weinig aandacht heeft besteed aan de brieven die met het
streekplan zijn binnengekomen.
De voorzitter heeft gezegd, dat "wij" geen behoefte aan
voorlichting door de directeur van de provinciale planologische dienst
hadden. Spreker neemt aan dat de voorzitter met "wij" bedoelt:
het college. Het zou echter best mogelijk zijn geweest dat de raads
leden wel behoefte hadden aan deze voorlichting. Het had op de weg van
het college gelegen de raadsleden in ieder geval op de hoogte te stellen
van het aanbod en af te wachten of de raad al dan niet behoefte zou heb
ben aan deze voorlichtingsavond. Dat zou de juiste weg zijn geweest.
De VOORZITTER meent dat de raad veel meer behoefte had
aan voorlichting van de zijde van het college, dat het plan heeft be
studeerd vanuit het oogpunt van de gemeente. De directeur van de
provinciale planologische dienst zal voorlichting geven vanuit het stand
punt van de provincie, dat ten slotte een ander standpunt is. Hetgeen met
het plan wordt beoogd, staat duidelijk in de toelichting. Daarover be
stonden geen vragen. Het gemeentebestuur van Soest interesseerde
echter: In hoeverre tast dit streekplan de ontwikkelingsmogelijkheden
der gemeente aan; in hoeverre worden hier mogelijkheden afgesneden
in hoeverre worden bevriezingen toegepast of worden hierdoor zelfs
veranderingen van de eigen gemeentelijke uitbreidingsplannen noodza
kelijk? Het antwoord daarop vergt een studie, die de gemeente zelf
moest doen. Het college is ook alleen maar verantwoord, wanneer het
dit zelf doet. Burgemeester en wethouders kunnen zich niet verschuilen
achter een voorlichting van de zijde der provincie. Wanneer bedoelde
voorlichtingsavond was gehouden en daarbij was iets weggevallen dat
voor Soest van essentieel belang is, dan had de raad tot burgemeester
en wethouders kunnen zeggen: U heeft ons nu wel door de directeur van
de provinciale planologische dienst laten voorlichten, maar ten slo-tte
had u er zelf in moeten duiken en ons vanuit het standpunt van het Soest »r
gemeentebestuur voorlichting moeten geven. Voorlichting door de di
recteur van de provinciale planologische dienst zou slechts van waarde
zijn geweest, wanneer het gemeentebestuur zou hebben gezegd: Wij
weten helemaal niet wat wij met dit plan aanmoeten; wij begrijpen niet
wat erachter zit; het is ons niet duidelijk; laten wij daar eens een
algemene voorlichting over krijgen. Het plan was echter wel duidelijk;
- De -