-20 januari 1961 -
23.
Dank brengt spreker aan het college voor de prettige sfeer waarin de
raadsdiscussies in het afgelopen jaar mochten verlopen en aan de burge
meester voor de eminente wijze waarop deze aan de besprekingen leiding
wist te geven.
Moge ook dit nieuw begonnen jaar zich kenmerken door een grote
onderlinge saamhorigheid, waarbij allen, hoofd voor hoofd, zoals het raads-
gebed .het zo mooi zegt, het waarachtig belang van de gemeente mogen voor
ogen houden.
Schenke God daarop Zijn onmisbare zegenl
Mevrouw POLET-Musler vindt de bespreking van de begroting toch
eigenlijk het hoogtepunt van het gemeentelijk leven. Hierin en hierbij wordt
in grote trekken het voor het volgende jaar wenselijk geachte beleid aange
geven.
Voor het eerst sinds jaren is het niet gelukt de begroting vóór het
nieuwe jaar te behandelen. Hoewel de reden hiervoor aanvaardbaar is, blijft
het jammer en spreekster hoopt dat het bij deze ene uitzondering zal blijven»
De algemene wens dat de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten
in het afgelopen jaar zijn definitieve vorm zou hebben gekregen, is helaas
niet in vervulling gegaan. De hoop kan nu nog worden gekoesterd, dat de
regeling nog in het voordeel der gemeenten verbeterd wordt. Zoals zij zich
nu laat aanzien, zal er in de komende jaren niet veel ruimte in de gemeente
lijke begroting zijn voor wensen die alom leven en algemeen aanvaardbaar
worden geacht, zoals bij voorbeeld een versnelde verbetering van de straat
verlichting in de vóór de oorlog gebouwde wijken.
Gelukkig is er nu een plan opgesteld om tot watervoorziening in de
onrendabele gebieden te komen, zodat daar het einde van de onhoudbare toe
stand in zicht is. Maar vijf jaar duurt heel lang als men zelf slachtoffer is;
Dit geldt in niet mindere mate voor de woningnood. De door de voor
zitter in zijn nieuwjaarsrede genoemde cijfers waren nog lang niet gunstig.
Het is te verwachten dat met het klaar komen van de woningen tussen Dalweg
en Molenstraat een grote stap in de goede richting gezet kan worden. Met
het college acht de fractie van de P.v.d.A. het wenselijk dat de rijksoverheid
blijft zorgen voor de groepen die in de laagste inkomensklassen vallen. Die
zorg kan en moet zelfs nog worden uitgebreid,
Genoemde fractie is het echter niet met het college eens, dat er de
laatste jaren in een juiste verhouding tussen de verschillende sectoren gebouwd
zou zijn. Algemeen wordt als de meest wenselijke de verhouding 6:3:1 aan
vaard. Er zijn 871 woningwetwoningen gebouwd, dat is iets meer dan de helft
van het aantal in de beide andere sectoren te zamen gebouwde woningen,
welk aantal 1474 bedraagt. Bij een juiste verhouding had het aantal woning
wetwoningen 2211 moeten zijn. Dit houdt geen verwijt aan het college in, want
de aantallen worden bepaald door de toewijzigingen welke de gemeente van de
provincie ontvangt. In de toekomst echter zal met die verhouding meer reke
ning moeten worden gehouden. Overal in het westen van het land is gebrek
aan bouwgrond. Het is dan ook wel te begrijpen dat veler blikken zich richten
op de nog aanwezige grond in de gemeente Soest. Maar dat brengt het gevaar
mee dat een te grote vestiging van bepaalde bevolkingsgroepen een oneven
wichtige bevolkingsopbouw tot gevolg heeft. Gaarne zou spreekster daarom een
overzicht zien van de aanwezige woningvoorraad, gesplitst naar meer genoem
de groepen. Aan de hand daarvan zou dan die bouw kunnen worden bevorderd
welke nodig is en zou die bouw afgeremd kunnen worden die het bedoelde
evenwicht in gevaar brengt.
De behuizing van de diverse takken van onderwijs in de gemeente Soest
stemt tot tevredenheid, gezien de toestemden elders. Een uitzondering hierop
maakt echter het gymnastiekonderwijs. Hfet feit moet onder het oog worden
gezien dat er nu al jaren lang kinderen de lagere school verlaten die nog
nooit een gymnastieklokaal van binnen hebben gezien. Des te wonderlijker
doet dan een krantenbericht aan over een gemeente in de provincie Utrecht,
- waar -